14 juli 2005
Negen procent van de Amerikanen is geld kwijtgeraakt door oplichting
via e-mail. Dat blijkt uit onderzoek van The Radicati Group. De studie
is uitgevoerd in opdracht van Mirapoint, leverancier van spam- en
virusfilters. Van de 791 ondervraagde personen bleek negen procent te
zijn opgelicht en daar financile schade door te hebben opgelopen. “We
hadden verwacht dat dit percentage lager zou liggen”, aldus Marcel
Nienhuis van Radicati. De vraag die gesteld werd aan de respondenten
was: “Bent u ooit geld kwijtgeraakt dankzij e-mail?” De e-mails
waardoor mensen worden opgelicht zijn hoofdzakelijk berichten over
online medicijnen, financile dienstverlening, pornografie en de
bekende Nigeriaanse 419-scams. Bij de laatste vorm van oplichting wordt
de ontvanger gevraagd een groot bedrag weg te sluizen uit een Afrikaans
land waar een beloning tegenover staat. De afzender pretendeert een
nakomeling te zijn van een belangrijk figuur die voorheen aan de macht
zou zijn.
Ferris Research, een ander bureau dat zich specialiseert in onderzoek
naar e-mailfraude, zegt dat de resultaten van Radicati overeenkomen met
hun eigen bevindingen. Ferris voorspelt dat in de komende jaren spam en
phishing (het vissen naar persoonlijke gegevens via e-mail die
afkomstig lijkt van een betrouwbaar instituut) zullen verdwijnen. Dit
dankzij betere software, voorlichting en wetgeving.
“Oplichting per e-mail blijft echter bestaan”, weet Richi Jennings van
Ferris Research. De reden waarom mensen in dergelijke e-mails trappen
ligt voor de hand. Jennings: “Mensen zijn hebberig en denken snel geld
te kunnen verdienen.” Marcel Nienhuis van Radicati stelt wel dat het
slachtoffers maar een keer overkomt: “Mensen denken dat het hen niet
overkomt. Pas als ze zijn opgelicht denken ze wel drie keer na over de
e-mails in hun inbox.”
De totale schade van spam en e-mailfraude ligt wereldwijd op 50 miljard
dollar per jaar, waarvan 17 miljard dollar in de Verenigde Staten,
stelt Ferris Research. “Dit is inclusief verlies van productiviteit,
onderhoud en aanschaf van software en hardwarematige belasting”,
verklaart Jennings.
