9 november 2005
SCO heeft eindelijk bij de rechtbank in Salt Lake City bewijs laten
bezorgen voor haar bewering dat IBM code uit Unix gestolen en in Linux
gebruikt heeft. SCO claimt de licentierechten van Unix te bezitten en
eist al in een lange reeks van processen betaling van die licenties
door IBM. Het bedrijf heeft globaal bekendgemaakt wat aan de rechtbank
aan bewijs is verstrekt. Volgens SCO heeft IBM op minstens 217 punten
zijn licenties voor het gebruik van Unix-code geschonden. De precieze
inhoud van het bewijs is echter niet aan het grote publiek beschikbaar
gesteld, maar wel te vinden in de stukken die bij de rechtbank zijn
ingeleverd. Dit is opvallend omdat de eerste beschuldigingen en
bewijzen ongeveer een jaar geleden door SCO wel breed werden uitgemeten
in de media. SCO stelt dat het ingediende materiaal dient ‘to identify
the technology that has been improperly disclosed, where possible who
made the disclosure, and the manner in which the disclosure was made,
the location of the technology in a Unix derivative, or modified
product in which SCO claims proprietary rights, and the manner in which
the disclosure has been contributed to Linux.’ Om het bewijs te leveren
zijn ‘several thousand pages of materials’ ingediend. Dit materiaal
geeft aan, zo stellen de advocaten van SCO, ‘the numerosity and
substantiality of the disclosures reflects the pervasive extent and
sustained degree as to which IBM disclosed methods, concepts, and in
many places, literal code, from Unix-derived technologies in order to
enhance the ability of Linux to be used as a scalable and reliable
operating system for business and as an alternative to proprietary Unix
systems such as those licensed by SCO and others.’
Michael Graham, een partner in Marshall, Gerstein & Borum LLP, een
specialist in copyright en intellectueel eigendom, stelt dat het er op
lijkt alsof SCO wil zeggen ‘there’s so much material in here there must
be something bad in here.’ Aangezien ze echter niet echt duidelijk
maken wat er nu eigenlijk precies fout is, kan de tactiek wel eens heel
hard terugslaan. ‘If they had done this early on, it might have counted
for then. My feeling is that Kimball (de behandelende rechter) has been
overly patient with them’, zo zei Graham. ‘Now, finally, they are
producing some of this material, but it’s surprising that in the
disclosure’s description that the emphasis is on concepts rather than
code. It struck me as more of a patent filing rather than copyright.
Methods and concepts are not protectable under copyright’, zo geeft
Graham aan. En, dat is belangrijk in de zaak, SCO heeft nooit
patentinbreuken aangewend tegenover IBM. SCO heeft voortdurend gesteld
dat er sprake is van codemisbruik. Volgens SCO is het slechts het
begin; het bedrijf gaat verder om het materiaal dat het van IBM
ontvangen heeft te bestuderen om te zien of ze andere code-inbreuken
kan vaststellen. Pamela Jones, redacteur bij Groklaw, gaf aan dat als
er werkelijk ‘infringing literal code’ was, er ‘absolutely no reason
(is) not to show it without seal, because if it’s literal, it’s out
there in the public already. All Linux code is freely viewable by
anyone on Planet Earth.’ Graham is het hier volledig mee eens. ‘There
may be a contractual violation here, but copyright? To the extent that
if there is was a copyright violation here, not making it public, is
surprising.’ Jones speculeert verder dat ‘SCO may be afraid the Linux
community will pull the rug out from under them before they can get to
trial, if they tell us publicly what they think they have.’ Dat
gebeurde immers al eerder. In 2003 specificeerde SCO in een brief aan
duizenden bedrijven specifieke code die beschermde Unix code zou zijn.
Open source-specialisten wisten zonder veel moeite deze claim volledig
van tafel te vegen. Tot 22 december 2005 kan
SCO nog meer bewijs deponeren bij de rechtbank. De rechtszaak zal dan
vanaf 26 februari 2007 van start gaan, ervan uitgaande dat niet opnieuw
door rechter Dale A. Kimball wordt uitgesproken dat er onvoldoende
bewijs
beschikbaar is. En die kans is levensgroot aanwezig, want SCO blijft
blunderen. Om hun beschuldigingen verder te kunnen documenteren heeft
SCO aan IBM gevraagd om alle documentatie te overleggen inzake de
ontwikkeling van de Linux-kernel 2.7. Die kernel bestaat echter niet.
Het kan natuurlijk gaan om een typefout, waar 2.6. of 2.8. moet staan,
maar het is wel heel erg slordig. Het is de vraag of de rechter deze
uitglijder accepteert. Een eerste indicatie lijkt daar niet op te
wijzen, dus het zou best kunnen zijn dat de juridische strijd om de
licentierechten op Linux een voor SCO ongunstige afloop zal hebben. En
dat is erg goed nieuws voor open source-wereld en de gebruikers daarvan. Voor een overzicht van de SCO-IBM zaak klik hier.