17 december 2007
Een Apatosaurus brult in woede, slaat wild om zich heen met de staart, vastbesloten om te verhinderen dat de Allosaurus, haar baby aanvalt. Een tweede Allosaurus rent naar het tafereel toe eveneens met de bedoeling een snack te verwerven. De scene, die neergezet wordt middels enorme skeletten, kleurrijke muurschilderingen en gereconstrueerde exosystemen, is onderdeel van de nieuwe tentoonstelling van het Carnegie Mellon Museum of Natural History, een 21ste eeuw-poging om met afbeeldingen, fossielen en multimedia een beeld te creeren van het leven zo'n 150 miljoen jaar geleden. 'You might imagine that Allosaurus is probably suicidal going against an animal that is about 80-feet long and weighs about 30 tons', zo zegt Matt Lamanna, wetenschappelijk onderzoeker bij het museum. 'But if you look into the mural, there's actually a second Allosaurus that's meant to be sort of charging into the scene to help out … in this big attack. Chances are he'll lose anyway, but at least he's got friends'. De voorbereidingen voor de tentoonstelling begonnen in 2005. De dinosaurus-collectie van het museum is groot en heeft een rijke historie. Deze begon in 1989 toen staalbaron Andrew Carnegie in een kantenartikel las over de uitgestorven giganten. Carnegie vond dat er een aantal van deze fossielen in zijn museum aanwezig dienden te zijn. En nu representeert de tentoonstelling alle laatste wetenschappelijke ideeen van de dinosauri als kuddedieren en goede verzorgers van hun jongen.
Carnegie zond zijn museumdirecteur een cheque van $ 10.000 (ongeveer $ 235.000 vandaag de dag) met de instructie om contact op te nemen met de paleootoloog Earl Douglas en van de door hem gevonden beenderen een groot deel te verwerven. 'The reason our collection skyrocketed into one of the greatest collection of dinosaurs in the world was Andrew Carnegie's original interest and the success of our early fossil hunters', zo zegt Lamanna. Tot nu toe werden de skeletten (waaronder een internationaal vermaarde collectie van beenderen uit de Jura-periode) tentoongesteld zonder echt rekening te houden met de natuurlijke omgeving van de dieren, en was het meer 'a parade of dinosaurs', zoals Lamanna het noemt. Het museum heeft voor de nieuwe benadering ecosystemen gereconstrueerd op basis van fossielen van palnten en dieren. Als de tweede fase van de tentoonstelling opent in coorjaar 2008 dan staan er 19 skeletten, 15 met echte beenderen en 11 met meer dan 50 % fossiele beenderen.'The amount of real dinosaur skeletons we're displaying puts us in very exclusive company, trailing only the American Museum of Natural History in New York and the Smithsonian Institution in (Washington), D.C.', zo zegt Lamanna trots. Russell Graham, directeur van het Penn State University's Earth and Mineral Sciences Museum, zegt dat het beste deel van de tentoonstelling is dat de dinosauri tentoongesteld worden in een afbeelding van wat de wetenschappers zien als hun natuurlijke habitat. 'That would be relatively new', zo zegt Graham. 'It will help people understand what the world was like when dinosaurs lived'. Dan Pickering, een wetenschappelijke preservator, heeft jarenlang in het PaleoLab van het Museum gewerkt, en is de verantwoordelijke voor de creatie van de missende beenderen in de skeletten. 'There's sort of like a subtraction, bringing it back down to just the real bone, and then building it back up to reconstruct and get the whole animal again', zegt Pickering. Naast de skeletten, beenderen en exosystemen maakt het museum gebruik van multimedia om het ook een spelende en educatieve ervaring voor kinderen te maken. 'We think that will really help kids engage with Mesozoic worlds', zo zegt Lamanna, daarmee verwijzend naar de tijd waarin de dinosauri de wereld regeerden.