23 december 2008
Wie Google wil beconcurreren moet diep in de buidel tasten. De Europese cultuurzoekmachine of digitale bibliotheek Europeana bezweek vorige maand op de dag van de opening onder de bezoekersaantallen. En die lagen toch flink onder die van Google ! De eerste verklaring was dat de belangstelling groter was dan verwacht. PC World heeft een andere verklaring. Volgens Jonathan Purday, woordvoerder Europeana bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag , is het Nederlandse hostingbedrijf verantwoordelijk voor het bezwijken van de site. Het bedrijf, Purday wil de naam niet noemen, zou niet voldoende capaciteit beschikbaar gesteld hebben voor de site omdat het de verwachte bezoekersaantallen waar de KB vanuit ging overdreven vond. Die verklaring is twijfelachtig, want verderop in het artikel wordt het duidelijk dat het vooral een geldkwestie was. 'We recommended hardware load balancers, but it’s a question of money', aldus Sjoerd Siebinga, een van de ontwikkelaars van Europeana in PC World. 'We didn’t have a budget to buy hardware'. Een bedrag van ongeveer 30.000 euro. Naar verwachting heeft de Europese Unie nu 100.000 euro extra moeten investeren in hardware om Europeana online te krijgen. En vandaag was het dan zover. De site is weer in de lucht. Vanuit Nederland speelt vooral het Geheugen van Nederland een rol in het materiaal.
Europeana heeft bezoekcijfers bekend gemaakt. Kort na de lancering van de site raadpleegden 3.000-4.000 mensen tegelijk de zoekmachine. De meeste bezoekers kwamen uit Duitsland (17 procent) en Frankrijk (10 procent). Nederlandse bezoekers zorgden voor 5 procent van het dataverkeer. De herkomst van een groot deel van de bezoekers aan Europeana is onbekend (39 procent). De site moet in 2010 zo'n tien miljoen waardevolle thema's uit de EU-landen bevatten. Bezoekers kunnen bijvoorbeeld Dante's Divina Comedia lezen, Beethoven beluisteren of de Hollandse meesters aanschouwen. Doel van de bibliotheek is het Europese cultureel erfgoed voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken. 'Europeana works again … after we have quadrupled server capacity', zegt woordvoerder Martin Selmayr van de Europese Commissie. Dit nieuws kwam als een zucht van verlichting van Europeana's directeur, Jill Cousins, die gelooft dat de site 'brings a level of expertise to the information on offer, as opposed to rival sites. If you go onto Google, you don't always know what you're getting … Here you do. The institutions have been here for hundreds of years and they know what they're talking about and that's what you're getting out of it', zo stelt ze. Al is vergelijken met Google een gevaarlijke notie. Een bericht op de site stelt dat 'the user experience may not be optimal in this test phase' en dat als gevolg 'the number of users will be limited in peak times'. Selmayr: 'At the moment things are going very smoothly. The commission will monitor (the situation) along with the Europeana team. We expect that in the course of February we will be able to add new material to Europeana to make it even more interesting than it already is today'. De website van de Europese Unie weet het volgende te melden over Europeana: 'Europeana functions like a multimedia Internet portal with content from different sources. The digital objects that users can find in Europeana are not stored on a central computer, but remain with the cultural institution and hosted on their network. Europeana collects contextual information about the items, including a small picture. Users will search this contextual information. Once they find what they are looking for, a simple click provides them with access to the full content – inviting them to read a book, play a video or listen to an audio recording – that is stored on the servers of the respective content contributing institutions. Cultural institutions collaborating with Europeana organise their digitised content in such a way that this search is possible. At the same time they keep full control over their content'. Op dit moment is het vooral Frankrijk die bijdraagt aan het portal: 52 % van de opgenomen objecten zijn afkomstig uit een Franse collectie. Nederland draagt nu 10 % van de objecten aan.
