20 september 2008
In een onderzoekspaper geeft Intel aan wat veel particulieren al heel lang weten: het gebruiken van een ventilator om frisse lucht van buiten aan te trekken is net zo goed als het gebruiken van een air conditioner. Datacentra zijn altijd gebouwd en worden voortdurend beheerd vanuit de veronderstelling dat ze hermetisch afgesloten moeten zijn van de buitenwereld, waarbij de releatieve luchtvochtigheid moet worden geelimineerd en de airconditioning op volle kracht. Intel heeft ontdekt dat in een gematigd klimaat een datacentrum koel gehouden kan worden door ventilatoren te gebruiken die aan de ene kant koele lucht van buiten kunnen aantrekken en aan de andere kant de hete lucht naar buiten kunnen blazen. Intel heeft een tien maanden durende test uitgevoerd met een datacentrum, bestaande uit 900 servers, in New Mexico, wat niet echt een gematigd klimaat heeft. De 900 servers werden gedurende de test op 90 % gebruik afgesteld. De temperatuur van de buitenlucht varieerde van 18 graden tot 34 graden (Celcius) Airconditioning werd gebruikt als de temperatuur boven de 32 graden kwam en als de temperatuur lager werd dan 19 graden werd de hete lucht van de servers gecirculeerd om de temperatuur te verhogen. De luchtvochtigheid werd niet gecontroleerd en er werd slechts zeer beperkt op stof gefilterd. De luchtvochtigheid varieerde dan ook tussen de 4 % en de 90 % terwijl de servers met een dun laagje stof waren bedekt. Net als in een normale thuis- of werkomgeving.
De conclusies zijn interessant. 'We observed no consistent increase in server failure rates as a result of the greater variation in temperature and humidity, and the decrease in air quality', zo schrijft Don Atwood, manager van een regionaal datacentrum, en John G. Miner, een senior systeem analist bij Intel. 'This suggests that existing assumptions about the need to closely regulate these factors bear further scrutiny'. Met de ventilatoren in plaats van de airconditioning was het energieverbruik veel lager (van 112 kilowatt naar 29 kilowatt), een verlaging van 74 %. Het weigeren van dienst door servers was 4.46 %, niet eens zoveel slechter dan de 3.83 % die met airconditioning optreedt. Intel schat op basis van die percentages en de veronderstelling 91 procent van het jaar ventilatoren te kunnen gebruiken, dat het jaalijks 67 % van het totale energieverbruik zal kunnen besparen. Voor een datacentrum dat 500 kilowatt benodigd betekent dat een besparing van $ 143.000 en voor een datacentrum dat 10 megawatt gebruikt een besparing van $ 2.87 miljoen. Intel is niet de eerste die tot deze conclusies komt. De American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers (ASHRAE) kwam in december 2007 tot dezelfde onderzoeksresultaten. En in de praktijk blijken de resultaten ook al te zijn geboekt: een van de meest opmerkelijke toepassingen van SUN's Mobiel datacentrum is zeer diep ondergronds in een verlaten Japanse mijn waar de natuurlijke temperatuur reden is voor de plaatsing van de servers in de bekende scheepscontainer van Sun.