Wetenschappers zijn het eerder eens, maar vergeten meer

19 juli 2008

De laatste tien jaar is de toegang tot wetenschappelijke literatuur aanzienlijk veranderd. Een paper of een artikel vereist niet langer een tocht naar de bibliotheek, omdat de meeste tijdschriften via Internet toegankelijk zijn. Hooguit dat een digitale wandeltocht naar de digitale bibliotheek van een wetenschappelijke instelling nodig is, al is de toegang daartoe vaak voorbehouden aan studenten en docenten van de betreffende instelling. Een artikel in de laatste versie van Science onderzoekt in hoeverre deze transformatie in toegang tot informatie een gelijksoortige verandering in het gebruik van die literatuur heeft veroorzaakt. De statistische analyse die de auteur, James Evans, universitair docent in de Sociologie aan de University of Chicago, heeft uitgevoerd suggereert echter dat de voortdurende beschikbaarheid van wetenschappelijke informatie een niet verwacht gevolg heeft: minder artikelen worden in notenapparaten opgenomen. Gebruik makend van Thompsom's citatie-index (CI), die artikelen en noten van de 6000 meest geciteerde tijdschriften bijhoudt, en de Fulltext Sources Online (FSO) van Information Today, heeft Evans onderzocht wat het effect is van de beschikbaarheid van online artikelen op de manier waarop wetenschappers eerdere onderzoekresultaten citeren. Beide bronnen bevatten ongeveer 26 miljoen artikelen en ongeveer 8 miljoen aanvullende artikelen die die artikelen annoteerde in 2006.


Met deze grote database van artikelen en citaties als basis gebruikt Evans statistiek om trends in citatie te achterhalen en gebruikt dit om de gevolgen van online beschikbaarheid af te zetten tegen deze trends. Evans ging na hoe oud de geciteerde werken waren. Hij vergeleek dit, zo zei hij, 'with how many years' worth of back issues the cited journal had made available online in the year before the citation was made (presumably, that was the year the paper that did the citing was being written). On average, articles cited papers that were published 5.6 years earlier, even though the cited articles were available online for an average of only 1.85±5 years'. Langere artikelen citeren oudere artikelen. 'To see if the recent age of references was due simply to the fact that many papers are written on a topic that didn't exist even a decade or two ago, I measured the age of words in the paper's title. A statistical description assigned higher weights to very descriptive words, such as buckeyballs and microRNA, less weight to more general words like gene and ocean, and no weight to general conjunctive words. When the age of the word, relative to when it first appeared in any title, was multiplied by this weight, it appeared that titles with older terms referenced earlier articles more frequently'. Evans probeerde te begrijpen wat het gevolg is van de online beschikbaarheid op het aantal citaties in een bepaald jaar. In de onderzochte periode groeide het aantal tijdschriften en artikelen. Toch bestond er een tegengestelde tendens in de data. Het statistische model dat Evans ontwikkelde toonde dat voor ieder jaar dat er online papers zijn het aantal geciteerde artikelen met 14 % daalde. 'To determine how widely-distributed distinct citations were, I computed a Herfindahl index. This produces a value that ranges between zero and one; zero implies that no paper is cited more than once, and all citations are spread out over a huge number of papers. One is the converse—a one means that every citation in a given journal in a given year references the same paper. With this measure, a value near one means that most citations reference a small group of papers. This index turned out to be 0.088±0.195, which suggests that citations are fairly well spread out. However, when examined as a function of the number of years articles are available online, I found that fewer and fewer distinct articles were cited even as more publications could be accessed online'. De conclusie van al dit statistische werk is dat wetenschappers gemiddeld genomen minder artikelen citeren als er meer artikelen online zijn. De artikelen die geciteerd worden zijn nieuwer, en steeds minder afzonderlijke artikelen krijgen aandacht. De gevolgen van de explosie van makkelijk beschikbare artikelen is volgens Evans dat 'researchers can more easily find prevailing opinion, they are more likely to follow it, leading to more citations referencing fewer articles'. Een gevolg hiervan is dat er zich eerder een wetenschappelijke consensus zal vormen. De andere kant van de medaille is dat papers met ideeen die niet snel de aandacht krijgen, over het algemeen snel vergeten worden door de wetenschappelijke wereld. Het onderzoek van Evans toont aan dat de wetenschappelijke wereld op moet letten dat bij online toegankelijkheid 'ouder' werk niet moet worden genegeerd. De huidige prakrijk van citatie- en publicatiedwang leidt tot een hoge productie van wetenschappers; blijkbaar betekent dat ook dat diepgaand onderzoek op basis van goed en degelijk literatuuronderzoek haast een zeldzaamheid wordt.

Share This:

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.