4 september 2009
Hoogleraar Gerard van Oortmerssen voorspelt dat de grote revolutie van de informatie- en communicatietechnologie ons nog staat te wachten. Dat zegt Van Oortmerssen in zijn inaugurele rede die hij woensdag 9 september aan de Universiteit van Tilburg uitspreekt. Die ICT-revolutie is verontrustend, stelt Van Oortmerssen: door de toenemende complexiteit van ICT dreigen we de greep erop te verliezen. Om dat niet te laten gebeuren, is een fundamenteel andere houding tegenover ICT nodig. De technologie die het internet mogelijk maakt, is een voortzetting van de evolutie, betoogt Gerard van Oortmerssen in zijn rede 'Darwin en het Internet'. Er bestaan zelfs al systemen die zichzelf reproduceren: denk aan computervirussen. Op vele intellectuele terreinen verslaat de computer de mens moeiteloos. In een halve eeuw tijd heeft ICT ons leven revolutionair veranderd, en de ontwikkeling gaat nog steeds door, in een steeds sneller tempo. De grote revolutie staat ons nog te wachten. Van Oortmerssen schetst in zijn rede zowel de geschiedenis als de toekomst van ICT, aan de hand van de begrippen compressie, connectiviteit en complexiteit. Door ICT ontstaat volgens hem een externe schil van intelligentie rond de aarde, waarin de snelheid van informatietransport aanmerkelijk hoger is dan die in het menselijk zenuwstelsel. De technologie zo complex dat we de greep erop dreigen te verliezen. Hoe zal dat verder gaan?
Sinds 1 januari 2009 is Van Oortmerssen bijzonder hoogleraar inzake de evolutie van het internet aan de Universiteit van Tilburg. Daarnaast is hij directeur van ICT Regie, het onafhankelijke nationale regieorgaan voor ICT-onderzoek en –innovatie. Laten we eens 20 jaar terug kijken, naar 1990. Dat lijkt nog zo dichtbij, maar wat is er veel veranderd! Toen nog geen mobiele telefoon, en de meeste mensen hadden nog niet van internet gehoord, laat staan dat ze het dagelijks gebruikten. ICT heeft een ware revolutie veroorzaakt, en die revolutie is nog lang niet afgelopen. De jeugd van nu, de ‘digital natives’, brengt een aanzienlijk deel van hun tijd in de digitale wereld door en doen daar allerlei dingen tegelijkertijd: chatten met vrienden, huiswerk maken, naar muziek luisteren, enz. Ze ontwikkelen ‘multi-tasking’ vaardigheden, waar Van Oortmerssen jaloers op is, zo zegt hij. Veel onderzoek toont echter ook aan, dat het met die ‘multi-tasking’ nog wel meevalt. Het gaat eerder om snel kunnen switchen, dan om het tegelijkertijd doen van verschillende taken. Maar ook dat is uiteraard al een fikse verandering. Er bestaat overigens ook fikse twijfel of die 'digitale generatie' waar Van Oortmerssen het hier over heeft werkelijk wel bestaat. Er is recent onderzoek beschikbaar dat juist deze generatie in sterk analoge termen denkt. Het intrigeert Van Oortmerssen hoe zich dit verder gaat ontwikkelen. Zal zijn kleindochter nog meer tijd in de digitale wereld door gaan brengen in 2030? Zal ze meer genieten van de ongetwijfeld prachtige driedimensionale werkelijkheid in fantastische games, in web 4.0 waar we tegen die tijd misschien wel aan toe zijn, of zal ze ook nog tijd hebben om met een vriend of vriendin door de natuur te wandelen, stil te zijn, naar vogelgeluiden te luisteren? De techniek ontwikkelt zich verder, en de hoeveelheid informatie, ‘content’, explodeert. We kunnen op elk moment met steeds meer mensen en met steeds meer informatiebronnen verbonden zijn. Maar hoe kunnen we in de toekomst daar onze weg nog in vinden? Hoe kiezen we waar we onze aandacht op richten, hoe we onze tijd besteden, of maakt de computer de keuzes voor ons, op grond van automatisch aangemaakte profielen? Willen we dat wel? En als we met steeds meer mensen in contact staan, wordt dat contact dan niet oppervlakkiger? Natuurlijk, IT is ook heel belangrijk voor onze economie, en voor het oplossen van maatschappelijke problemen, maar déze vragen raken de kern van ons mens-zijn, onze identiteit, onze relatie met anderen. Het is belangrijk om ons dat te realiseren, en ons met die vragen bezig te houden. We moeten anticiperen op de verdere ontwikkeling van ICT en daar samen richting aan geven. Ook daarom moeten we investeren in ICT onderzoek. We leven in waanzinnig interessante tijden. Ik kan haast niet wachten tot 2030, ik hoop dat echt mee te mogen maken. Maar laten we ons tegelijkertijd bepalen tot het nu. Er vinden fundamentele veranderingen plaats, en wij maken daar deel van uit, en dragen daarom ook verantwoordelijkheid.