10 november 2009
Steden als Den Haag en Groningen zijn een heel eind op weg met de voorbereiding op de komst van de Wabo. Deze wet introduceert de invoering van de omgevingsvergunning en het Omgevingsloket Online. Veel andere gemeenten zijn er nog (lang) niet klaar voor. Vooral kleine gemeenten hebben moeite met de afstemming van hun organisatie, werkprocessen én automatisering. Iets overigens dat voortdurend een rol speelt bij implementaties van nieuwe wetgeving. De omgevingsvergunning is de geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Hierbij hoeft een aanvraag voor een vergunning maar één keer ingediend te worden, digitaal, via het Omgevingsloket Online. Volgens de planning zou het loket in het eerste kwartaal van 2008 worden opgeleverd. Het regelen van de wet- en regelgeving (Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) bleek echter zeer lastig en zorgt keer op keer voor vertraging. Ook slaagt het ministerie van VROM er niet in om de benodigde IT-loketvoorziening klaar te hebben. De verschuiving van de deadline van 1 januari 2010 naar 1 juni 2010 kwam voor de meeste gemeenten erg goed uit. Het implementeren van de Wabo vergt zowel organisatorisch als op IT-gebied een fikse inspanning. De integratie van vergunningprocedures met de gemeentelijke basisadministratie voor adressen en gebouwen, de wens om documenten één keer binnen een document management systeem op te slaan én het koppelen met de midoffice en het Omgevingsloket Online dwingt gemeenten hun systemen verder te integreren. De automatisering wordt complexer en vraagt om meer expertise.
Met de aanschaf van een nieuwe vergunningenapplicatie zijn de gemeenten er niet. De Wabo vraagt een overkoepelend regieproces om alle verschillende vergunningprocedures op elkaar af te stemmen. Veel gemeenten hebben dat proces organisatorisch niet in orde, want de werkwijze wijkt af van de huidige werkwijze, waarbij aanvragen individueel worden afgehandeld. Gemeenten moeten weten hoe hun vergunningenprocessen verlopen om ze te kunnen vertalen naar IT-systemen. Zeker voor kleine gemeenten wordt de Wabo een lastige klus. Er zijn gemeenten die hun vergunningverlening bijhouden in een Excel-bestand en voor correspondentie standaardbrieven gebruiken. Kennis zit in het hoofd van de medewerkers. Kleine gemeenten verwachten niet meer dan vijf digitale aanvragen per jaar te krijgen. Moeten ze daarvoor de Wabo-werkprocessen onderbrengen in hun vergunningapplicatie? Of modules met Wabo-ondersteuning aanschaffen? Die gemeenten vinden dat nogal veel gevraagd. In principe kunnen ze ervoor kiezen Omgevingsloket Online te gebruiken. Dat biedt echter nauwelijks procesondersteuning en dat is onhandig voor de vergunningverleners en handhavers. Het gebruik ervan vraagt nogal wat van de medewerkers van de gemeente. Een woordvoerster van de VNG stelt dat elke inwoner van een gemeente een aanvraag digitaal moet kunnen indienen. Het door het ministerie van VROM beschikbaar gestelde Omgevingsloket Online (waaraan een gemeentelijke website kan worden gekoppeld) maakt dit mogelijk. De zegsvrouw spreekt van een 'landelijke aanvraagmodule die er ook voor zorgt dat na toetsing de aanvraag wordt doorgestuurd naar het juiste bevoegde gezag die een vergunning mag afgeven'. In de wet wordt niet aangegeven hoe deze eisen moeten worden ingevuld. Dat betekent, legt de VNG-woordvoerster uit, dat de gemeenten zelf moeten bepalen wat voor hun de beste manier is om de achterkant van het Wabo-proces (de dossiermodule') in te vullen. Volledige digitalisering is geen noodzaak. De komst van de wet heeft ook positieve effecten. Door de Wabo komt er één groot regieproces, dat alle procedures gaat besturen. Bovendien bestaat er nog maar één bezwaarmogelijkheid in plaats van de verschillende mogelijkheden van nu. De digitalisering, waar de Wabo toe leidt, versterkt het digitale gemeenteloket. Het e-loket is er straks niet alleen voor vergunningaanvragen, maar ook om statusinformatie over de aanvraag te krijgen.