11 januari 2009
Het anti-piraterijverdrag ACTA komt tot stand in geheimzinnigheid, terwijl de maatregelen veelal de consument treffen. Alles blijft onder de pet, ‘omdat andere landen geen transparante wetgeving kennen’. Dat blijkt uit documenten over een handelsverdrag, dat namaakproducten en piraterij moet tegengaan. Sommige documenten van dit Anti-Counterfeiting Trade Agremeent (ACTA) zijn openbaar gemaakt, maar de meeste informatie blijft voor het publiek verborgen. Het overleg over het verdrag wordt in het geheim gevoerd, waarbij af en toe belanghebbenden worden geïnformeerd en kunnen reageren. Dat zijn vooral grote bedrijven en belangenorganisaties van industrieën. Consumentenorganisaties of vertegenwoordigers van providers ontbreken, maar vertegenwoordigd zijn wel de Amerikaanse Electronic Frontier Foundation (EFF) en de Europese Foundation for a Free Information Intrastructure (FFII). Beide organisaties ijveren voor burgerrechten en het bevorderen van vrije toegang tot informatie. Consumentenorganisaties zullen ACTA negatief ontvangen. De Consumentenbond was eerder al negatief over het downloadverbod, dat onderdeel is van het auteursrechtenplan van de Commissie Gerkens. ACTA zou een dergelijk verbod afdwingen, blijkt uit uitgelekte documenten.
Staatssecretaris Heemskerk denkt dat het verdrag maatschappelijk belangrijk is. ‘Daarbij is de inzet van Nederland om de productie van en handel in nagemaakte en illegaal gekopieerde goederen effectief te bestrijden. Het gaat hier om een fenomeen van internationale omvang met ernstige gevolgen, op economisch en sociaal vlak, voor de goede werking van de interne markt’, zo schrijft hij in antwoord op kamervragen. Daarnaast is het belangrijk voor consumenten, omdat ook medicijnnamaak wordt aangepakt. Daarover schrijft hij vervolgens: ‘Ook uit het oogpunt van de consumentenbescherming, de volksgezondheid en de openbare veiligheid dienen deze praktijken effectief bestreden te worden’. Belanghebbenden houden zich niet helemaal stil. Op uitgelekte conceptversies van het verdrag volgden felle reacties. Zo was er sprake van iets vergelijkbaars met de three strikes-wet in Frankrijk en het inzetten van douane als auteursrechtenpolitie. Dat kwam de onderhandelaars op felle kritiek van internetproviders en belangenorganisaties te staan. Begin december trokken Bits of Freedom en Stichting Vrijschrift in een brief bij staatssecretaris Heemskerk en minister Hirsch Ballin aan de bel. Op de brief is geen reactie gekomen. Het feit dat het allemaal zo weinig transparant is, heeft te maken met een afspraak (pdf) tussen deelnemende landen. In een verklaring staat de belofte om documenten geheim te houden, waarbij de documenten ook weer niet zo vertrouwelijk zijn dat er beveiligingsmaatregelen genomen zijn. Zo mogen stukken bijvoorbeeld gewoon worden rondgemaild. Staatssecretaris Heemskerk stelt dat deze werkwijze vooral te wijten is aan landen zonder transparant wetgevingsproces. Zo schreef hij op 4 september vorig jaar aan het parlement: ‘Omdat diverse ACTA-deelnemers volgens hun wetgeving en parlementaire proces niet gerechtigd zijn tijdens de onderhandelingen documenten te openbaren, hebben de deelnemende partijen bij aanvang van ACTA afgesproken dat de documenten vertrouwelijk zullen worden behandeld en alleen verstrekt zullen worden aan overheidsfunctionarissen of personen buiten de overheid die deelnemen aan het intern overleg dan wel gevraagd worden te adviseren hierbij’. Het is dus ook duidelijk dat consumentenorganisaties niet op de lijst van adviseurs staan. Het verzoek om documenten te openbaren is maximaal getraineerd door het Ministerie van Economische Zaken. Heel veel informatie werd door het toepassen van veel verschillende uitzonderingsgronden niet verstrekt. Op verzoek van de Socialistische Partij zal staatssecretaris Heemskerk de Tweede Kamer inlichten voordat er over vernieuwing van het auteursrecht wordt gesproken. Kamerlid Gerkens denkt dat het parlement niet zal toelaten dat een verdrag als ACTA de burger internet afpakt of het strafrecht ingrijpend laat wijzigen.