Besparing met WABO ?

24 februari 2010

De samenvoeging van vergunningen in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) moet een jaarlijkse besparing opleveren van 105 miljoen euro voor het bedrijfsleven en 26,5 miljoen voor burgers. De vaste commissies voor Economische Zaken en Financiën van de Tweede Kamer hebben op 20 januari overleg gevoerd met de staatssecretarissen Heemskerk van Economische Zaken en De Jager van Financiën over de voortgang van de administratieve lastenreductie voor bedrijven. Volgens Staatssecretaris Heemskerk levert de samenvoeging van vergunningen in de Wabo een jaarlijkse besparing op van 105 miljoen Euro voor bedrijven, en 26,5 miljoen voor burgers. Het combineren van vergunningen en de verruiming van het vergunningvrij bouwen scheelt naar verwachting 57% vergunningen per jaar, dat zijn 64.000 vergunningen. Uitgedrukt in geld is dat 105,5 miljoen voor bedrijven en 26,5 miljoen voor burgers. De Wabo is voor de rijksoverheid een belangrijk project, dat een grote bijdrage levert aan de beoogde doelstelling van administratieve lastenverlichting. Of dat die doelstelling ook gaat bereiken is vooralsnog onduidelijk.


De minister van VROM heeft de Tweede Kamer eerder laten weten dat de Wabo naar verwachting medio 2010 in werking kan treden. Die datum is volgens van Heemskerk realistisch, ook gelet op de ontwikkeling van het digitale omgevingsloket, de voorbereiding van de mede-overheden en de voortgang van de parlementaire behandeling. Volgens Staatssecretaris De Jager wordt door de vertraging van de Wabo de winst van lastenverlichting iets later gerealiseerd dan gepland, maar zal deze er zijn in 2011. Hij vindt dat de Wabo niet nog verder mag vertragen en dat het wetsvoorstel nu moet worden aangenomen. Of dat met de val van het Kabinet ook nog zo blijft is natuurlijk de vraag. Overigens is het erg opvallend dat alleen gesproken wordt over de gerealiseerde besparingen, die overigens slechts schattingen zijn en hoger, maar ook lager kunnen uitvallen. Waar in het geheel niet over gesproken wordt zijn de kosten die de invoering van de WABO met zich meebrengt. Nu is dat begrijpelijk: de kostenbesparingen dienen structureel te zijn, terwijl de kosten voor invoering en implementatie conjunctureel en eenmalig zijn. Maar de genoemde kostenbesparing kan alleen in perspectief komen te staan als ook de kosten van de regeling er tegenover komen te staan. In de toenmalige berekeningen ging men er vanuit dat de kosten 93 miljoen zouden zijn. De overheid kennende zijn de werkelijke kosten voorzichtig gesproken het dubbele. Dat betekent (indien de geschatte besparingen juist zijn) een verantwoorde investering. Vooral ook omdat (als alles goed uitpakt) ook de overheden zelf besparingen moeten kunnen bereiken. De baten dekken de kosten, zoals vooraf bepaald. De vraag alleen is of datgene wat aan ambities is gedefinieerd, ook werkelijk wordt gerealiseerd. Als dat niet zo is (en dat zit er erg dik in!), kan de verhouding totaal anders komen te liggen en wordt het een dossier dat nog jaren geld gaat kosten.

Share This:

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.