23 juni 2010
Maurice Schellekens van de Universiteit Tilburg stelt in een essay in het Open Source Jaarboek 2009-2010 dat door de opmars van IT overheidsinformatie alleen nog in technische formaten beschikbaar zal zijn. Hij signaleert het risico dat de in de Grondwet verankerde openbaarheid van bestuur in gevaar kan komen. De toegang tot die informatie moet daarom via open standaarden worden gegarandeerd. Schellekens meent dat de afhankelijkheid van IT erg ver gaat. 'Enerzijds geeft ICT de mogelijkheid om gegevens of feiten over burgers te verzamelen, uit die gegevens informatie te distilleren en die informatie te gebruiken ten behoeve van de bejegening van de burger', stelt hij. Maar vaak is er alleen nog digitale informatie waarvan niet altijd duidelijk is wat daar mee gebeurt. 'In dit verband valt te wijzen op recente discussies over het Elektronisch Patiëntendossier, het Elektronisch Kinddossier, de OV-Chipkaart en de kilometerbeprijzing. Open standaarden kunnen eraan bijdragen dat inzichtelijk wordt wat de ICT van de overheid kan en niet kan'. Omdat de Grondwet onder andere is gericht op het kunnen controleren van de overheid, moet de informatie wel toegankelijk zijn. 'Het is duidelijk dat open standaarden in het ICT-tijdperk een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan openbaarheid van het functioneren van de overheid', meent Schellekens. Om dat te realiseren stelt hij voor ook het gebruik van open standaarden in de Grondwet te verankeren.
Voor Hans Sleurink, redactielid van het Open Source Jaarboek, is het van belang in de toekomst de overheid te kunnen controleren. 'Het is een onmisbaar onderdeel in de machtsverhouding tussen burger en overheid', zegt hij. 'Ik vergelijk het met het recht op vrije meningsuiting. Voordat dit in de Grondwet stond besefte men ook niet dat het zo belangrijk is'. Daarom benaderde hij de Staatscommissie Grondwet, die later dit jaar voorstellen voor verbeteringen aan de Grondwet presenteert aan de nieuwe regering. Hij zegt dat is toegezegd naar de observaties van Schellekens te kijken. Dat deze commissie er is, heeft ermee te maken dat 10 jaar geleden een rapport van de Commissie Franken is verschenen met ideeën om de Grondwet beter op de digitalisering te laten aansluiten. 'De beweging naar ICT is onomkeerbaar en het is dus ondenkbaar dat we hier niet naar kijken', betoogt Sleurink. Expert op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur Roger Vleugels ervaart de problemen met de digitalisering dagelijks. 'De architectuur van de wet is nog niet ingericht vanuit het fenomeen digitaal', vertelt hij. Toch noemt hij de roep om open standaarden in de Grondwet een 'rare discussie'. Volgens hem bevat de Grondwet geen recht op informatie, maar alleen de suggestie die openbaarheid te betrachten. Vleugels bepleit vooral het recht op informatie en de plicht tot openbaarmaking explicieter te maken in de Grondwet. 'Als dat recht wordt vastgelegd, is de stap naar open standaarden een hele kleine'. Vleugels constateert dat Nederland op dit gebied achter loopt bij andere landen. 'Wij hebben het over de Wob, maar een eWob – zoals in andere landen – hebben wij niet'. Volgens hem kunnen we nog veel leren van de Baltische staten, zoals Estland. In dat land komen overheidsdocumenten bij diverse bestuursorganen standaard direct online. 'Als een ambtenaar daar op save document drukt, dan gaat dat realtime door naar het Web'. Hij ziet een ander lichtend voorbeeld in IJsland, waar het voltallige parlement besloot dertien wetten aan te passen op het digitale tijdperk. Met verregaande bescherming wordt dat land een vrijhaven voor openbare informatie. Ook de toegang tot overheidsdocumenten zal fors worden uitgebreid. 'In veel verlichtere landen zijn overheidssites opgezet om de burger van bronmateriaal te voorzien, maar in Nederland zijn ze vooral van public relations en loopt alles via de toetsenborden van voorlichters'.