19 juli 2010
De nieuwe inkoopregeling voor de Rijksoverheid maakt het kiezen voor open standaarden en open source moeilijker. In het streven de IT branche meer onder controle te krijgen en te garanderen dat software zich gaat gedragen als alle andere producten die jarenlang meegaan, heeft de Tweede Kamer in een vlaag van verstandsverbijstering (wat niet al te zeer hoeft te verwonderen) unaniem voor een andere route gekozen. Op 20 juli worden nieuwe inkoopvoorwaarden voor rijksoverheden van toepassing. De Algemene Rijksvoorwaarden Bij IT-Overeenkomsten (ARBIT) zijn al zeer omstreden, zeker in de IT-branche, maar ook het programmabureau NOiV loopt niet over van enthousiasme. Het kiezen voor leveranciers die open standaarden en open source leveren, wordt erg ingewikkeld. De rijksoverheid is een typisch voorbeeld van het spreekwoord dat de linkerhand niet weet wat de rechterhand doet. In het fervente streven open standaarden en open source in te voeren is een 'comply or explain'-regeling ingevoerd. Het uitleggen waarom voor 'closed software' is gekozen wordt nu wel erg makkelijk. De inkoopregeling hoeft geen probleem te zijn voor het gebruiken van open standaarden. Dat er ongelijkheid is gecreeerd, is wel heel erg duidelijk. Wellicht dat een rechter daar eens een uitspraak over zou moeten doen.
In een blogpost zegt NOiV-jurist Walter van Holst dat het soms nodig is op punten van ARBIT af te wijken om het leveranciers van open oplossingen niet moeilijker te maken dan de collega's met gesloten oplossingen: 'In dit blog een aantal punten in de ARBIT waarvan het wenselijk is om af te wijken om open sourc-aanbieders bij aanbestedingen een gelijk speelveld te bieden'. Als een jurist al gaat pleiten voor het afwijken van een algemeen geldende regeling, dan is het duidelijk dat er juridisch problemen gaan ontstaan. Pijnpunt is een bepaling, dat system integrators bij gebruik van open source-software een onderzoeksplicht hebben om vast te stellen of er claims op basis van intellectueel eigendom zijn of te maken zijn. Dat is een zware taak en zeer ingewikkeld om uit te voeren. Dat die bepaling voor gesloten software niet geldt, is volgens Van Holst onevenredig, omdat leveranciers met open source nergens tegemoet wordt gekomen. Dat de aanpak wordt gekozen, is opmerkelijk. Zowel met open als gesloten software spelen problemen met eigendomsrecht. De meeste inbreuken op intellectueel eigendom zijn overigens te vinden in commerciele, gesloten software: zo werd bijvoorbeeld vorig jaar de verkoop van Microsoft Word verboden en dus ook voor het kantoorpakket Office, waarin die tekstverwerker is opgenomen. Dat die zaak met een sisser (en heel veel geld) werd opgelost, doet niets ter zake. Het op achterstand zetten van open source-oplossingen is in tegenstrijd met het staande beleid. In 2007 besloot de Tweede Kamer unaniem te kiezen voor het plan NOiV dat open standaarden verplicht stelt en juist open source-software bij gelijke geschikt de voorkeur zou moeten geven. Het plan van toenmalig staatssecretaris Heemskerk wordt niet alleen Economische Zaken uitgevoerd, maar ook door Binnenlandse Zaken. En juist dat departement heeft bij ARBIT de kar getrokken. Overigens is ook ICT~Office niet gelukkig met de nieuwe inkoopregels: zij richt zich vooral op de eenzijdigheid van de voorwaarden, in het voordeel van de overheid. Ook ICT~Office ziet ruimte in het flexibel omgaan met de regels. 'Het zijn aanbevelingen. Een ministerie mag er van afwijken'. Dat is juist, hoewel oorspronkelijk niet de bedoeling. Departementen die open source-software een gelijke kans willen bieden, moeten een weg zoeken. NOiV-jurist Van Holst concludeert: 'De ARBIT is hier alleen niet zo behulpzaam bij als mogelijk is'. Heb ik het mis en was dat bij oorsprong van dit traject wellicht wel de bedoeling ?