25 november 2010
Eurocommissaris Neelie Kroes (Digitale Agenda) liet zich onlangs in lovende woorden uit over Europeana. ‘Europeana is een schitterend voorbeeld van hoe samenwerking op Europees niveau ons aller leven kan verrijken. 14 miljoen online beschikbare objecten is goed nieuws voor alle internetgebruikers die toegang willen tot cultureel materiaal uit Europa’s bibliotheken, musea en archieven’, aldus Kroes. Kroes wil echter dat het proces van digitaliseren en toegankelijk maken uitgebreid en versneld wordt. ‘Maar Europeana zou nog beter kunnen zijn als meer culturele instellingen hun collecties zouden digitaliseren en ze via dit Europese portaal toegankelijk zouden maken’. Daartoe heeft de Europese Commissie een ‘reflectiegroep’ in het leven geroepen. Het Comité des Sages onderzoekt hoe Europeana sneller gevuld kan worden. Begin 2011 zal de reflectiegroep verslag doen.
Momenteel bevat de Europese digitale bibliotheek 14 miljoen boeken, foto’s, reproducties van schilderijen enzovoort. Gedigitaliseerde foto’s, kaarten, schilderijen, museumobjecten en ander beeldmateriaal maken 64 procent uit van de Europese collectie. 34 procent van de collectie bestaat uit gedigitaliseerde teksten waaronder meer dan 1,2 miljoen complete boeken die online in te zien en/of te downloaden zijn. De teksten omvatten duizenden zeldzame manuscripten en de vroegste gedrukte boeken (incunabelen) van voor 1500. Video- en geluidsmateriaal vertegenwoordigen minder dan 2 procent van de collecties. Veel van het via Europeana toegankelijke materiaal is van oudere datum, dat wil zeggen dat er geen auteursrechten meer op rusten, wat vooral toe te schrijven is aan de moeilijkheden en kosten van vereffening van rechten om te digitaliseren en toegang te geven tot materiaal waar auteursrechten op rusten (zelfs voor materiaal dat niet langer commercieel verdeeld wordt of uitverkocht is) of materiaal waarvan de potentiële rechthebbenden onbekend zijn (verweesde werken). Alle EU-lidstaten hebben stukken aan Europeana bijgedragen, maar de inbreng is nog ongelijk. Frankrijk is nog steeds de grootste bijdrager (18 procent van alle stukken). Duitsland heeft zijn aandeel verhoogd tot 17 procent. Nederland heeft tot nu toe 7,89 procent van de objecten in Europeana geleverd. Dit jaar zijn onder meer schilderijen van de 17e-eeuwse Nederlandse schilder Jan Steen toegevoegd. Het potentieel voor het gebruik van Europeana in scholen is aangetoond door deelnemers aan de recente door European Schoolnet georganiseerde eLearning Awards. Het winnende project, van Portmarnock Community School in Ierland, hield in dat scholieren met digitale middelen hun eigen blog over historische figuren creëerden. Volgend jaar wil Europeana experimenteren met door gebruikers gegenereerde content en zal het gebruikers uitnodigen materiaal rond de Eerste Wereldoorlog bij te dragen.