Uit een wereldwijd IDC-onderzoek in opdracht van IFS blijkt dat minder dan een derde van de bedrijven zijn ERP-software intuïtief en gebruiksvriendelijk vindt. Het onderzoek richtte zich op het belang van gebruiksgemak en flexibiliteit van bedrijfsapplicaties bij bedrijven in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, de Benelux, Scandinavië en India.
Wereldwijd zakendoen is steeds complexer doordat partijen steeds meer met elkaar verbonden zijn. Dit leidt tot constante uitdagingen op het gebied van productiviteit en flexibiliteit. Daardoor hebben bedrijven software nodig, die intuïtief en gebruiksvriendelijk is. Het onderzoek wijst uit dat ERP-leveranciers hun software zullen moeten verbeteren om aan die eisen tegemoet te komen.
Het onderzoek bestond uit interviews met hoger management van bedrijven in zeven sectoren. Deze interviews bevestigden dat gebruiksgemak en flexibiliteit belangrijke overwegingen zijn voor organisaties bij het beoordelen van bedrijfssoftware.
De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek (dat na een registratie hier is te downloaden) zijn de volgende.
- Minder dan een derde van de respondenten (29 procent) vindt dat zijn bedrijfssoftware intuïtief en makkelijk te gebruiken is.
- Meer dan de helft (zestig procent) beschouwt sommige taken als puur tijdverlies wanneer ze de software gebruiken.
- Bijna de helft (45 procent) verwacht de komende twaalf tot 24 maanden ingrijpende wijzigingen in de manier van zakendoen. Van deze groep zegt 82 procent dat de software aanpassingen nodig heeft om in te spelen op die veranderingen.
- 44 procent van de respondenten denkt dat de software een negatieve invloed heeft op de flexibiliteit van de organisatie.
Anders Elbak, researchmanager bij IDC: ‘The research clearly proves that while being essential for running a company, enterprise applications are likely to hamper productivity through unintuitive user interfaces, poor integrations, difficult navigation and insufficient search functionality’.
Een meerderheid van de respondenten (zestig procent) geeft aan gebruiksgemak te betrekken bij de keus voor een nieuw systeem. Voor 24 procent is dit het belangrijkste criterium. Toch geeft minder dan een derde (29 procent) van de ondervraagden aan te werken met een gebruiksvriendelijk en intuïtief systeem. In een vergelijkbare studie van IFS in 2008 gaf 64 procent aan gebruiksgemak als belangrijk te beschouwen. 42 procent zei toen te beschikken over een gebruiksvriendelijk systeem. Dit suggereert dat de verwachtingen over intuïtieve en gebruiksvriendelijke ERP-systemen zijn toegenomen in lijn met de trend van ‘consumerization’ van software en smartphones. Deze ontwikkeling zet gebruiksgemak bovenaan bij het evalueren van nieuwe systemen door bedrijven en bij het ontwerp door leveranciers.
De resultaten van die onderzoek sluiten aan bij het promotieonderzoek van Lineke Sneller. Sneller onderzocht of de investeringen in geïntegreerde ERP-systemen opleveren wat ervan verwacht wordt. Medewerkers kunnen er namelijk ook voor kiezen om te blijven werken met losse systemen of om bepaalde processen niet te automatiseren.
Voor haar onderzoek verzamelde Sneller persberichten waarin beursgenoteerde ondernemingen aankondigen dat zij een ERP-systeem willen gaan implementeren. Het ging om persberichten vanaf 1 januari 1995 tot 31 december 2005. Ze vond dertig persberichten van beursgenoteerde bedrijven in Nederland en tachtig persberichten van bedrijven in het Verenigd Koninkrijk. De aandelenmarkten in beide landen reageerden positief na een dergelijke aankondiging. Vooral in het Verenigd Koninkrijk was deze reactie significant, aldus Sneller. Zij concludeerde daarom dat een voorgenomen erp-implementatie de marktwaarde van een bedrijf doet toenemen.
Daarna analyseerde Sneller of de productiviteit drie tot vijf jaar laten ook was verhoogd. Daaruit bleek dat de productiviteit niet significant afweek van vergelijkbare bedrijven zonder ERP.
De resultaten van dit onderzoek lijken er op te wijzen dat het bericht dat ik hier vorige week plaatste waarschijnlijk een veel generieker beeld geeft dan de wetenschappers voor hun rekening konden en wilden nemen.