De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) constateert dat risico’s in de zorg niet zijn op te lossen door meer IT te gebruiken. Het is onduidelijk welke informatie relevant is, concludeert de Inspectie na onderzoek.’Er moeten eerst duidelijke afspraken zijn over welke informatie relevant is’, schrijft de IGZ. Ook daarna kan de informatie niet meteen gedeeld worden via IT-systemen, zoals bijvoorbeeld het elektronisch patiëntendossier (EPD). Eerst moeten er afspraken komen over het opslaan en delen van de informatie.
Die afspraken moeten nog worden gemaakt, waarbij de Inspectie alle instanties in de zorg oproept om ‘zo snel mogelijk zorgbrede normen en standaarden te ontwikkelen’. De toezichthoudende zorginspectie constateert naar eigen zeggen ‘al langere tijd dat de dossiervoering in veel zorginstellingen onder de maat is’.
De Inspectie meldt dit naar aanleiding van onderzoek dat is uitgevoerd voor het eigen jaarrapport ‘ De Staat van de Gezondheidszorg‘. Daarbij is de relatie onderzocht tussen risico’s in de zorg, die zijn veroorzaakt door problemen met informatie-uitwisseling, en de rol van IT daarbij.
De voornaamste conclusie is dat de zorgrisico’s door gebrekkige informatie-uitwisseling niet zijn weg te nemen door te automatiseren. De risico’s ‘die in de zorg ontstaan door gebrekkige informatie-uitwisseling tussen zorgverleners en instellingen zijn niet automatisch op te lossen door de toepassing van IT’, schrijft de Inspectie. ‘Eerst moet de basis in orde zijn’.
‘Dossiers van patiënten zijn vaak niet actueel, niet compleet en bevatten lang niet altijd de informatie die voor zorgprofessionals van belang is’. Dat is niet alleen een kwestie van verschillende ziekenhuizen, artsenposten of klinieken, maar ook iets wat speelt binnen elke zorginstantie an sich. ‘Binnen een instelling is de informatie over een patiënt vaak versnipperd opgeslagen in verschillende systemen die niet met elkaar kunnen communiceren’.
Daarnaast blijkt de versnipperde informatie niet coherent. ‘Bij vergelijking komt de informatie bovendien niet altijd overeen. Dat levert risico op voor de patiënt’. Ondanks deze kritiek op ondermaatse dossiers, gebrekkige informatie-uitwisseling en ‘blindstaren’ op IT, pleit de Inspectie toch voor een vorm van een EPD. ‘De inspectie vindt dat er één dossier per patiënt zou moeten zijn waar iedereen in werkt. Dit maakt de kans op fouten een stuk kleiner’.
De IGZ wil hierbij de patiënt wel een grotere rol toebedelen. Die moet volgens de Inspectie volledig toegang hebben tot zijn of haar patiëntendossier, en wel online. ‘Dit is mogelijk binnen de huidige wetgeving en wordt in sommige zorginstellingen al gedaan. De patiënt moet dan wel expliciet toestemming geven noodzakelijke informatie over hun gezondheidssituatie te delen tussen betrokken zorgverleners’.
Wat betreft het aanpakken van de gebrekkige basis voor informatie-uitwisseling doet de Inspectie niet alleen een oproep aan de zorgsector om tot normen en standaarden te komen. Die zijn dan voor het bepalen van welke informatie voor wie beschikbaar moet zijn, op welke manier het wordt opgeslagen, in welke terminologie, en hoe de uitwisseling ervan kan worden geautomatiseerd. ‘Om dit tijdig te realiseren, adviseert de inspectie de minister van VWS hiervoor een commissie of taskforce in te stellen met gezag en draagvlak in het veld’.
Het is ook verstandig als in dat onderzoek eens gekeken wordt naar de standaarden die al beschikbaar zijn. Het is voor een belangrijk deel een probleem van Digital Archiving en Compliance, het beheersen van de informatiestroom van begin tot einde, van creatie tot vernietigen of bewaren, beveiligen en toetsen. Een EPD is een informatie- en een verantwoordingssysteem. Veel in het rapport van de IGZ is het ‘intrappen van open deuren’, maar is blijkbaar voor die sector nog iets nieuws. In die zin is het te hopen dat er eerst wordt nagedacht voordat er wederom miljoenen over de balk gesmeten worden…