Luchtvaartmaatschappijen moeten voortaan de gegevens van hun passagiers al voor aankomst op Schiphol verstrekken aan de marechaussee en douane. Hierdoor moet de grenscontrole sneller en gerichter verlopen, staat in een brief van minster voor Immigratie en Asiel Gerd Leers aan de Tweede Kamer. De bewindsman kondigt een wetsvoorstel aan dat het digitaal aanleveren en geautomatiseerd verwerken van passagiersgegevens regelt. Hierdoor kan illegale immigratie en internationale criminaliteit beter worden aangepakt. Ook verkort het de lange wachtrijen. Gezien de verwachte groei van passagiers, is dat van belang.
‘Door gegevens over reizigers al voor aankomst te analyseren, kunnen gezochte personen, gestolen paspoorten en risico’s van illegale migratie of smokkel gedetecteerd worden’, stelt Leers. Bepaalde reizigers krijgen op basis van deze analyse een ‘intensievere controle’, terwijl andere reizigers juist sneller de grens kunnen passeren. De luchtvaartmaatschappijen leveren de gegevens aan bij één centraal loket. Het gaat daarbij om de naam, adres, nationaliteit, paspoortnummer, reisroute en bagage van de reiziger. Behalve op Schiphol moet het systeem ook gaan gelden op andere Nederlandse luchthavens en de zeehavens. Het geldt ook voor vertrekkende reizigers.
De gegevens van de reizigers worden opgeslagen in één centraal informatiesysteem, met waarborgen voor de privacy. Zo wordt vastgelegd welke overheidsdiensten toegang krijgen tot de gegevens. Het College Bescherming Persoonsgegevens zal vooraf het wetsvoorstel toetsen op privacy.
Dat meldt de minister in een brief die is gestuurd naar de Eerste en Tweede Kamer. Op termijn zou de meldplicht ook moeten gelden voor andere Nederlandse lucht- en zeehavens, evenals bij vertrek vanuit Nederland. De verzamelde data wordt opgeslagen in een centrale database, waarbij Leers stelt dat is vastgelegd welke overheidsdiensten toegang hebben tot de passagiersgegevens. Dit zou de privacy voldoende moeten waarborgen. Over ‘voldoende’kan echter getwist worden. Onze overheid heeft geen geweldig goed track-record als het gaat om centrale databases. De privacybescherming raakt daarbij meestal ondergesneeuwd. Zie ook bij Leers: over de privacy van de passagiers, die al hun gegevens moeten afstaan aan een regering, maakt hij zich niet zo druk. Een gang naar het CBP is niet voldoende, lijkt me.
Het is het zoveelste voorbeeld van een trend: het streven van de rijksoverheid zoveel mogelijk gegevens in centrale databases te bewaren. Ook hier met gebruikmaking van nieuwe technologie, zo blijkt uit de brief. ‘In samenhang met de hiervoor bedoelde maatregelen zijn nieuwe technologische middelen nodig voor de grootschalige verwerking van passagiersgegevens, waaraan ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer hoge eisen worden gesteld. In het ontwerpstadium zal bij deze technologie rekening worden gehouden met de mogelijkheden van zogenoemde Privacy Enhancing Technology (PET); geautomatiseerde verwerking van de gegevens wordt zodanig ingericht en begrensd, dat gegarandeerd wordt dat de data op het goede moment bij de geautoriseerde instantie terecht komen. Er zal in het informatiesysteem worden voorzien in de effectuering van wettelijke waarborgen ten aanzien van de opslag van de gegevens, de toegang door instanties, het gebruik voor de in de wetgeving verankerde doeleinden en de registratie van dat gebruik, alsmede de tijdige vernietiging’. De ervaring leert dat juist in de toepassing van nieuwe technologie de rijksoverheid vaan de mist in gaat qua implementatietijd en kosten.
Voor meer informatie over PET klik hier.