“Groen” is voor bedrijven en (vooral) overheden een hard criterium aan het worden. In aanbestedingstrajecten worden er steeds strengere eisen gesteld aan energiezuinige computerdiensten. Dat stelt de Haarlemse datacenterexploitant Evoswitch. Volgens algemeen directeur Eric Boonstra is het ook een teken van de toegenomen professionalisering van de datacentermarkt. Deze markt is in het afgelopen decennium geprofessionaliseerd. Er zijn op de markt velerlei partijen actief die van het beheren van een computeromgeving een specialisme hebben gemaakt. Het in eigen beheer houden van een rekencentrum is kostbaar, stelt hij.
‘Je moet veel geld steken in de infrastructuur, hardware en beheersoftware, beveiliging, beschikbaarheid, facilitaire voorzieningen en expertise. Het credo dat zelf doen en de data niet buiten de deur zetten veiliger is, is een verouderde opvatting. Alleen de echt grote bedrijven, overheden en banken hebben nog de massa om een eigen rekencentrum efficiënt en veilig te beheren. Wij profiteren steeds meer van de tendens bij bedrijven en overheden om het computercentrum extern onder te brengen.’
Het energieverbruik en het terugdringen van de kosten daarvan vormen een heet hangijzer. De eisen worden steeds hoger gesteld. ‘De gemeente Amsterdam schrijft bijvoorbeeld al een pue-standaard van 1,3 voor en Haarlem streeft er naar een klimaatneutrale gemeente te zijn. Het label groen is voor datacenterexploitanten dan ook meer dan een marketingkreet. Je moet het wel in de praktijk kunnen aantonen. Een paar jaar geleden werden wij door de concurrentie nogal meewarig aangekeken. ‘Ach, leuk die jongens, met dat ‘groen’.’ Maar de laatste twee jaar is die houding verdwenen.’
Evoswitch beroept zich erop CO2-neutraal en een van de groenste datacenters van Nederland te zijn. Het gebruikt groene stroom en zet energie-efficiënte technieken in, zoals het ‘hot corridor concept’, adiabatische koeling en licht-sensortechnologie. In de nieuwe hal vijf is bijvoorbeeld sprake van vrije koeling. Hierbij wordt gebruikgemaakt van buitenlucht die servers koelt, waardoor energieslurpende koelinstallaties amper meer ingezet hoeven te worden. Was de Power Usage Effectiveness (pue), een kengetal waarmee de energie-efficiency van datacenters wordt uitgedrukt, bij EvoSwitch met 1,39 al laag; in hal 5 komt de pue uit op 1,2. Een traditioneel datacenter heeft een pue van 2,0.
Evoswitch is sinds begin dit jaar officieel gecertificeerd als betrouwbare colocatieleverancier van internethub AMS-IX (Amsterdam-Internet Exchange). De AMS-IX faciliteit het inrichten en sturen van internetverkeer binnen en tussen netwerken. Partijen met veel internetverkeer, zoals internetserviceverleners, telecomcarriers, hostingproviders, webbedrijven en banken, maken hier gebruik van.
Volgens Boonstra zocht AMS-IX tot voor kort alleen PoP-aansluitingen in Amsterdam zelf, en niet daarbuiten zoals in Haarlem. Evoswitch is het eerste datacenter waar AMS-IX voor de colocatieverbinding een 100GE Backbone-verbinding in gaat zetten naast een meervoud van 10GE-verbindingen. AMS-IX gaat 100GE-poorten inzetten om de te verwachten pieken in het dataverkeer te kunnen opvangen, veroorzaakt door een toenemend internetgebruik en de toepassing van ‘rich media’ (zoals video streaming) via internet.
Boonstra stelt dat door de start van de AMS-IX PoP met een volle 100GB backbone het makkelijker en goedkoper wordt om grote hoeveelheden data vanuit het datacenter van Evoswitch over de rest van de wereld te verspreiden tegen een competitieve prijs en tegen een lage latency. ‘De connectiviteit in combinatie met onze beschikbare vierkante meters en stroom is niet alleen interessant voor Nederlandse bedrijven, maar ook voor de internationale hosting- en cloudmarkt.’