Wetenschappers van de North Carolina State University claimen een manier te hebben gevonden om de doorvoer van data op overbezette wifi-netwerken te verbeteren. Het gaat om een softwarematige doorbraak die relatief eenvoudig op bestaande wifi-netwerken geïmplementeerd kan worden.

Een wifi access point heeft een maximale bandbreedte die gedeeld wordt door alle devices die van de draadloze verbinding gebruik maken. Dat maakt dat wifi-netwerken goede doorvoereigenschappen en korte wachttijden kennen, tot het punt dat er te veel gebruikers zijn en de prestaties snel achteruit hollen. Dan kan geen van de gegadigden nog goed gebruik van de verbinding maken.

Om dit probleem op te lossen is het programma WiFox ontwikkeld, dat de belasting van een wifi-verbinding in de gaten houdt. Als de belasting over een bepaalde kritieke grens heen gaat, schakelt het access point over op de ‘priority modus’, waarin alle data in de wachtrij met prioriteit behandeld wordt. Als dit gedaan is kan het netwerk weer normaal opereren. Het programma werkt in feite als een verkeersagent die ervoor zorgt dat data soepel beide kanten op blijft stromen.

Het team van NCSU testte de oplossing op een netwerk dat 45 gebruikers aan kan. Hoe meer gebruikers er op het wifi-netwerk kwamen, hoe beter de ‘throughput’ werd dankzij WiFox. Bij 25 gebruikers werd een prestatieverbetering van 400 procent gemeten, bij 45 gebruikers werd een verbetering van 700 procent vastgesteld. Een wifi-netwerk dat gebruik maakt van WiFox is volgens de onderzoekers gemiddeld vier maal sneller dan een netwerk zonder WiFox.

WiFox kan relatief goedkoop worden geimplementeerd. ‘One of the nice things about this mechanism is that it can be packaged as a software update that can be incorporated into existing Wi-Fi networks,’ zo stelt Arpit Gupta, PhD student computer science bij de universiteit en ‘lead author’ van de paper. ‘WiFox can be incorporated without overhauling a system.’

De paper, ‘WiFox: Scaling Wi-Fi Performance for Large Audience Environments’, wordt gepresenteerd op de ACM CoNext conferentie komende maand. Een commerciele deal is nog niet gesloten, maar ligt voor de hand.