De rol van de ict-architect binnen organisaties gaat de komende jaren volledig op de schop. Dat stelt Marlies van Steenbergen van Sogeti in haar boek ‘DYA: Van inzicht naar impact: de architectuur voorbij. ‘Van een blok in beton gegoten voorschriften voor ict-projecten, gaan we naar een handvol principes die de kern weergeven van wat nodig is voor de organisatie.’
Het boek werd gepresenteerd op de twaalfde DYA-dag op 26 april 2013 in Houten, waar IT-dienstverlener Sogetizo’n tweehonderd architecten bijeen heeft gebracht. Het boek geeft organisaties inzicht in de nieuwe rol van enterprise architectuur in een wereld waarin verandering de enige constante is.
Voorheen draaide IT architectuur om methoden, processen en voorschriften voor de inrichting van een IT-project. Van Steenbergen pleit in haar boek voor architectuur als stuurinstrument voor het behalen van beoogd bedrijfsresultaat. Daarvoor moet architectuur worden beperkt tot een handvol principes die de kern weergeven van wat nodig is voor de organisatie. Om de slag naar resultaat te maken, moet architectuur zorgen voor verbinding tussen mensen en doelen.
Het DYA-model is door Sogeti ontwikkelt en inmiddels uitgegroeid tot een standaard die overal ter wereld wordt toegepast. Het model bevat vier processen die het hele traject van strategievorming tot realisatie beslaan. Deze processen helpen om de architectuur in te richten, zodat het resultaat de business slagvaardig bedient, tegen acceptabele kosten. De samenhang tussen businessarchitectuur, informatiearchitectuur en technische architectuur wordt daarbij gewaarborgd.
Architectuur is belangrijk voor de slagvaardigheid van organisaties, stelt Van Steenbergen. ‘Maar een goed architectenteam is niet langer voldoende. Architectuur moet een praktisch bruikbaar stuurmiddel worden. Dat vereist samenwerking, interactie, eigenaarschap en vertrouwen in organisaties. Als dat niet gebeurt, dan voorzie ik dat ict-architectuur niet langer bestaansrecht heeft.’
In het boek pleit de auteur voor focus op het totaal, zodat de directie het juiste stuurinstrument in handen krijgt dat nodig is, terugkeer naar de essentie en realiseren van verbinding tussen mensen en doelen. Het boek geeft praktische handvatten hoe dit te realiseren. Zo wordt de verschuiving van sequentieel werken naar interactief werken beschreven: in plaats van vooraf voorschrijven, architectuur interactief toepassen.Verder vertelt het boek hoe de architectuurfunctie verschuift van een ‘rule-based’ naar een ‘principle-based’ instrument, niet meer alles centraal uitschrijven maar zorgen dat de organisatie beslissingen neemt op basis van een beperkt aantal kernwaarden en -keuzes. Ook geeft de auteur praktische tips hoe de verschuiving kan worden gemaakt van van controleren naar loslaten; niet meer alles zelf willen bepalen tot aan het ontwerp van een project toe maar durven overlaten aan collega’s.
Een dergelijke op de praktijk gerichte benadering is ook zeer welkom. Grote organisaties hebben te maken met een toenemende complexiteit in hun informatievoorziening. Dit leidt veelal tot ongewenste hoge IT-kosten, problemen bij het garanderen van de betrouwbaarheid van gegevens en gebrekkige flexibiliteit en slagvaardigheid. Een Enterprise-Architectuur (EA) helpt bij het inzichtelijk maken en terugdringen van deze complexiteit. EA biedt wel het benodigde inzicht, maar veel organisaties hebben moeite dit inzicht te verzilveren. Zo geeft 74% van de organisaties aan dat architectuur de complexiteit van organisaties inzichtelijk maakt. En 72% van de organisaties is van mening dat architectuur een helder beeld schetst van de gewenste toekomstige situatie. Daarentegen vindt slechts 29% dat architectuur helpt complexiteit te beheersen. Niet meer dan 13% geeft aan dat kosten hiermee beheerst kunnen worden. Ook samenwerking kan worden verbeterd.
De cartoon in deze post is ontleend aan Cibit. Bron: www.cibit.nl