Zaterdagmiddag 20 maart vond in het gemeenschapshuis van Asten een familiereünie plaats van de familie (of misschien beter: het geslacht) Van Bussel. De aanleiding: de verschijning van het kloeke boekwerk: Genealogie Van Bussel, 1531-2010 (Asten 2010). Een gezellige bijeenkomst, die ieder weer eens wees op het feit dat de Van Bussels het ‘gaat heen en vermenigvuldigt U’ goed hebben begrepen en tot in de finesses hebben uitgevoerd. Een drukke bedoening zodoende !
Indrukwekkend boek, 511 pagina’s, A4, genaaid gebonden, voorzien van vele familiefoto’s en een beschrijving van 15 generaties Van Bussels. Het boek is samengesteld door Piet Aarts uit Asten-Heusden. Ik ben altijd erg onder de indruk van het genealogische speurwerk, dat moet worden verricht om familiestambomen in kaart te brengen. De Van Bussels zijn toch al rijk bedeeld, want in 1993 verscheen al het Chronologisch geboortenregister op het geslacht Van Bussel in de Nederlanden (Heerewaarden 1993), samengesteld door G.J.M.V. Van Bussel en P.C. Van Koningsbrugge. Dat werk kende een bredere benadering, omdat het probeerde alle takken van het geslacht Van Bussel in Nederland in kaart te brengen. De Genealogie Van Bussel is beperkter: het beperkt zich tot de families, die als stamvader Willem van den Eynde kunnen aanwijzen, wiens kleinzoon Daniël in 1531 ‘een hoef … gheheiten Bussel’ kocht. De stamboom beperkt zich dus tot de Astense familietakken. En zo te zien is dat gedegen gebeurt, al zal er zo hier en daar in de details het een en ander wel niet in orde zijn. Tenminste: het geroezemoes horende afgelopen zaterdagmiddag is er zo hier en daar het een en ander ingeslopen, dat niet door iedereen als juist werd herkend.
Het boek is zeer gedetailleerd en biedt van tijd tot tijd uitstapjes in het bronnenmateriaal om personen van een historisch kader te voorzien. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de broer van mijn overgrootmoeder Liduina, Driekske van Bussel, een gouden medaille haalde op de Olympische Spelen van Antwerpen in 1920 met het Nederlandse handboogteam op het onderdeel ‘bewegend vogeldoel (28 meter)’ (blz. 461). Overigens, voor de goede verstaander: het geeft meteen aan dat ik tot een bastaardtak van de ‘jongste Astense Van Bussel tak (AII)’ (blz. 449-470) behoor, aangezien mijn grootvader een ‘voorkind’ was, een schande dus. Zover ik weet heeft mijn grootvader zijn oom dan ook niet gekend…. Aangezien ik dit al langer wist heb ik de verleiding om ooit de stamboom uit te zoeken, altijd weten te weerstaan, met de opmerking dat ik dan toch gauw klaar zou zijn.
Bij het doornemen van het boek viel mij wel het een en ander op, waar ik hier iets verder op wil ingaan. Erg opvallend vond ik dat in het boek voetstoots hetzelfde wordt vermeld over de vroege Van Bussels en de verschijning van de naam als in het Chronologisch geboortenregister. Ook al is op eenvoudige wijze aan te tonen dat dat niet klopt.
Zo wordt in het boek vermeld dat de oudste vermelding van de naam te vinden is in het Stootboek, een leenregister van het hertogdom Brabant van om en nabij 1350. Hierin wordt als ‘oudste’ representant van de familie Godevert van Bussel vermeld.
Maar wat te denken van Amilius de Buscel, ook Amilius de Bussele genoemd ? Een schepen van ’s Hertogenbosch van 1279 tot ongeveer 1302 ? Vermeld als schepen in het Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312 (Den Haag 1979), nrs. 364 (1279), 388 (1282), 390 (1282), 403 (1284), 463 (1291), 497 (1293), 529 (1295) en 632 (1302). Diezelfde Amilius had toen een huis in de Hinthamerstraat in ’s Hertogenbosch, zoals blijkt uit nrs. 558-560 (1297). Uit nr. 457 (1290) blijkt dat hij gehuwd was met Oda van Buscel en dat hij een dochter had Lutgardis, gehuwd met Wellinus van Berlichem (Berlicum).
En wat te denken van Rodulfo de Bussele, schepen van Asten, in 1306 (nr. 728) ? Of van Ludovici Aelberti de Bussel, vermeld als schepen van ’s Hertogenbosch van 1343-1350 ? Deze laatste wordt vermeld in de Kroniek van Peter van Osch. Geschiedenis van ’s Hertogenbosch en Brabant van Adam tot 1523 (RGP Kleine serie 87) (Den Haag 1997).
De naam Van Bussel is dus veel ouder dan wat in het boek wordt vermeld. Het is jammer dat deze eenvoudig te vinden gegevens tijdens het onderzoek niet boven tafel zijn gekomen. Geen van deze Van Bussels is te koppelen aan Willem van den Eynde en zijn nakomelingen. Het lijkt er wel op dat ze aan Bussel onder Asten te koppelen zijn, al is dat nog niet helemaal duidelijk. Maar vermeld hadden ze toch wel mogen worden. Het is waarschijnlijk dat alle genoemde Van Bussels hier maatschappelijk succesvolle personen zijn geweest.
Een tweede opmerking past bij de beschrijving van de Gelderse Van Bussels in Vaassen en omstreken. Er wordt vermeld, dat deze niet zijn benaderd ’tenzij er een duidelijke relatie is aan te geven met de ‘Astense afkomst” (blz. 16). Die relatie was ook in het Chronologisch geboortenregister niet gelegd. Een simpele zoekopdracht op Internet bracht mij bij de website van de heemkundekring Ampt Epe, waar in de regestenbeschrijving van het Klooster Nazareth in een akte uit 1598 (charter 20) een zekere Johan van Bussel van Asten wordt vermeld. De tijd maakt hem een tijdgenoot van de beide Joost Goort Danielsen, van de Eynde, alias van Bussel (blz. 24). Ik kan deze Johan niet plaatsen in de stamboom en weet ook niet of hij er in past. Maar het is wel zeker dat hij afkomstig was uit Bussel bij Asten. En dan wordt de spoeling toch erg dun…. Die Gelderse Van Bussels gaan dus naar alle waarschijnlijkheid terug op de Astense Van Bussels. We weten alleen (nog) niet of ze ook terug gaan op de Van den Eyndes. Want Bussel kende meerdere huizen en dus ook meerdere families, die alle Van Bussel zijn gaan heten.
Bij al mijn waardering voor het harde werk van Piet Aarts wilde ik deze opmerkingen toch even kwijt. Het heeft mij in ieder geval weer geinspireerd om weer eens de geschiedenis in te duiken. Wellicht dat ik die vroegste Van Bussels, tot zeg maar 1600, toch nog eens ga uitzoeken. Ik weet alleen nog niet wanneer….
Deze column werd op 23 maart 2010 geplaatst op Bevlogen Bespiegelingen, een blog die ik tot 2018 regelmatig aanvulde, maar daarna niet meer gebruikte en die nu niet meer bereikbaar is.