3 september 2009
Minister Hirsch Ballin heeft de tapstatistieken over 2008 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hier staat in hoe vaak in Nederland telefoons op last van Justitie zijn afgeluisterd. In verreweg de meeste gevallen gaat het om tappen van mobiele telefoons, blijkt uit het overzicht. De Unit Landelijke Interceptie van het Korps Landelijke Politie Diensten verzorgt de interceptie voor alle politiekorpsen, de Bijzondere Opsporingsdiensten en de Koninklijke Marechaussee en fungeert sinds medio 2007 als enig aanspreekpunt voor interceptie van telecommunicatie ten behoeve van de opsporing. In het jaar 2008 is op 26.425 telefoonnummers een bevel tot aftappen afgegeven door het Openbaar Ministerie. Hiervan betrof het in 90% een tap op een mobiele telefoon en in 10% een tap op een vaste telefoonaansluiting. In de betreffende periode liepen er dagelijks gemiddeld 1946 taps. De genoemde aantallen taps zijn exclusief de taps van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (AIVD en MIVD).
Het aantal taps in andere landen laat een grote verscheidenheid zien. In Duitsland zijn in 2007 39.200 mobiele nummers getapt en 5078 vaste nummers (Jahresstatistik der strafprozessualen, Bundesnetzagentur). In totaal derhalve ruim 44.000 taps. In de VS bedroeg het totaal aantal tapbevelen 2208 (Wiretap report 2007), een stijging van 20% ten opzichte van 2006 toen er 1839 tapbevelen werden uitgevaardigd. In het Verenigde Koninkrijk zijn in 2007 1881 tapbevelen uitgegeven (Report of the Interception of Communication Commissioner for 2007). In België werden in 2007 3603 tapmaatregelen uitgevoerd (www.senate.be). In Frankrijk werden in 2008 26.000 tapbevelen uitgevaardigd. Ten opzichte van 2006, toen er 20.000 tapbevelen werden uitgevaardigd betekent dit een stijging van 30%. Het snel tappen, de spoedtap, mag alleen worden ingezet in gevallen van ‘dringende noodzaak’. In voorkomende gevallen kan het plaatsen van een spoedtap tot een snelle opheldering van het delict leiden en/of de aanhouding van een of meer verdachten. Dit kan zich voordoen ingeval bekend is dat een potentieel slachtoffer in een acuut gevaarlijke situatie dreigt te raken. Een spoedtap wordt ook overwogen indien het vermoeden bestaat dat met de informatie een zaak versneld opgelost kan worden. Diverse fracties in de Tweede Kamer wilden weten waarom het aantal telefoontaps in Nederland afwijkt van de getallen in andere landen. Volgens Hirsch Ballin valt er echter geen conclusie te trekken uit de vergelijking van cijfers, omdat de rechtstelsels te zeer van elkaar verschillen. Ook zegt het niets over de eventuele aantasting van de privacy, stelt de bewindsman. Zo zetten de Amerikaanse autoriteiten volgens hem vaker andere opsporingsmethoden in dan in Nederland gebeurt. Het Wetboek van Strafvordering kent volgens Hirsch Ballin ook genoeg waarborgen om te voorkomen dat er wildgroei kan ontstaan in het inzetten van telefoontaps. De minister stelt dat de tap een effectief opsporingsmiddel is. Dat is volgens de minister gebleken uit diverse onderzoeken. Om te weten wat het nut en de noodzaak is van ingezette taps, zou na elk opsporingsonderzoek de rol van de tap achteraf moeten worden onderzocht. Hirsch Ballin vindt dat niet nodig. Ook werd de minister gevraagd hoe het kan dat het aantal taps de afgelopen tien jaar bijna is verdrievoudigd. Uit een inventarisatie in 1998 bleken in dat jaar ongeveer tienduizend taps te zijn geplaatst. Sinds februari 2000 hoeft voor gesprekken die worden afgetapt echter niet meer het vermoeden te bestaan dat de verdachte aan het telefoongesprek zou deelnemen. Daarnaast speelt de opkomst van de mobiele telefoon een rol.