29 oktober 2010
Werknemers gebruiken vaker webgebaseerde applicaties om bestanden te delen dan ftp of p2p. Dat blijkt uit het netwerkmetingen van het applicatieverkeer bij 723 ondernemingen wereldwijd door Palo Alto Networks tussen maart en september 2010. De firewall-leverancier focust in zijn laatste overzichtsrapport, van oktober 2010, op de risico’s rond het gebruik van webmail, instant messaging, sociale netwerken en bestandsdeling via internet. Vanaf 2008 zijn browsergebaseerde bestandsdeelapplicaties gestaag in populariteit gegroeid, zo meldt Palo Alto Nerworks in zijn halfjaarlijkse applicatiegebruik- en risicorapport. Het gebruik van deze programma’s, door 96 procent van de onderzochte organisaties, overtreft nu voor het eerst het gebruik van p2p en ftp. Die laatste twee toepassingen worden respectievelijk binnen 82 en 91 procent van de wereldwijde organisaties gebruikt. Volgens de leverancier van intelligente firewalls draagt de gebruiksvriendelijkheid van webgebaseerde programma’s voor het delen van bestanden bij aan de populariteit van deze applicaties. ‘Zowel het gebruik van p2p als ftp vereist enig technisch vernunft, maar via webgebaseerde bestandsdeel-applicaties kunnen gebruikers via een paar simpele muiskliks de mailbeperkingen omzeilen’.
Een peer-to-peernetwerk (of p2p) is een computernetwerk waarin de aangesloten computers allen zowel functioneren als server en als client. File Transfer Protocol (ftp) is een protocol voor het uitwisselen van bestanden tussen computers. Waar vanaf 2008 vooral programma’s zoals YouSendIt!, DocStoc en Box.net werden gebruikt voor het samenwerken aan werkgerelateerde projecten, is volgens het bedrijf nu een nieuw type applicatie in opkomst. Met webapplicaties zoals RapidShare, MegaUpload en MediaFire kunnen gebruikers bestanden uploaden naar eraan gerelateerde zoekmachines. De ge-uploade bestanden kunnen vervolgens door elke internetgebruiker gevonden en gedownload worden. Deze functionaliteit maakt deze webapplicaties volgens Palo Alto Networks ‘gelijkwaardig in gedrag aan p2p-programma’s, maar dan zonder de onderliggende p2p-technologie’. Er is nog een ander verschil met p2p: ‘De nieuwe klasse van browsergebaseerde applicaties moedigt uploads aan via credits en kortingen’. Opvallend is dat het gebruik van p2p en ftp in absolute termen niet is afgenomen. ‘De groei wordt dus veroorzaakt door ‘netto nieuw’ gebruik’, concludeert Palo Alto Networks. En hoewel werknemers browsergebaseerde bestandsdeelprogramma’s inmiddels vaker gebruiken, slokt p2p binnen bedrijfsnetwerken nog altijd ruimschoots de meeste bandbreedte op. Bestandsdeling via p2p consumeert gemiddeld 431 GB van de bandbreedte binnen bedrijfsnetwerken. Voor ftp is dat 51 GB, voor webgebaseerde applicaties slechts 32 GB.