13 september
Terwijl de medische wetenschap in toenemende mate gebruik maakt van
diagnostische software om uit complexe verzamelingen van gegevens
logische conclusies te trekken, rijst ook in de rechtswetenschappen de
vraag in hoeverre intelligente software in staat is om rechters,
advocaten, procureurs en anderen bij te staan bij de evaluatie van
rechtszaken en andere juridische aangelegenheden. Dit heeft
verschillende redenen. Ten eerste is bewijslast in veel gevallen net zo
complex als medische data. Het is erg lastig om alle gegevens
behoorlijk te wegen en er eenduidige conclusies uit te trekken, vooral
als er verschillende regels (wetten) in het spel zijn waarop
uitzonderingen mogelijk zijn. Ten tweede is er het gevoel dat gelijke
gevallen soms verschillend worden beoordeeld. Zo wordt het
rechtssysteem soms beschuldigd van vooroordelen met betrekking tot
bijvoorbeeld huidskleur, die in het eindoordeel geen rol zouden mogen
spelen. Mogelijkerwijs kunnen computerprogramma’s, onder meer op basis
van bepaalde uitspraken die in het verleden zijn gedaan, helpen bij het
vaststellen van schuldvragen en strafmaten, en antwoord geven op
juridische vragen in het civiele recht. Sommige wetenschappers geloven
dat dit de rechtspraak transparanter en eerlijker kan maken.
Volgens Carole Hafner, pionier in juridische kunstmatige intelligentie aan Northeastern University,
zijn onderzoekers in de rechtswetenschappen en de kunstmatige
intelligentie gefascineerd door ‘the law’ en met name zij die
genteresseerd zijn ‘in understanding how people argue.’ Velen zien het
als ‘a model that applies to human decision-making more broadly, that
might be applied to understanding how people argue with themselves when
they have to make a decision.’ De regels hebben de vorm van logische
regels: als A, dan B, dus: A. het plegen van een misdrijf dan B. de
straf. Er bestaat een lange traditie in de logica en de filosofie van
dergelijke regelsystemen, waarbij de nadruk ligt op de vraag wanneer
uit een verzameling feiten en regels een bepaalde conclusie mag worden
getrokken. Hier is een parallel met de rechtspraak: wanneer is er
voldoende bewijs en eventueel jurisprudentie zodat een vonnis
gerechtvaardigd is. John Zeleznikow van de Universiteit van Melbourne is de auteur van diverse juridische computerprogramma’s. Een van zijn programma’s, SplitUp,
berekent de uitkomst van echtscheidingszaken en maakt voor gebruikers
de zaken expliciet die een rol spelen bij het tot stand komen van de uitspraak.
Dit helpt ze zich met de voorbereiding op dergelijke zaken. Het kan ze
ook aanzienlijk schelen in kosten, gezien de ‘kennis van zaken’ die het
programma heeft en de bureaucratische rompslomp die vermeden wordt. ‘So
now, rather than have a lawyer dealing with 100 applications a week,
they’re only having to deal with about 20 applications a week. Eighty
percent of somebody’s time that used to be processing applications now
can be turned to trying cases.’ Hoewel Zeleznikow benadrukt dat
programma’s menselijke advocaten niet zullen vervangen, vind hij wel
dat het programma bijdraagt aan een eerlijker rechtspraak. Veel mensen
hebben immers een oneerlijke achterstand door gebrek aan geld om dure
advocaten te betalen. Volgens Marc Lauritsen van Capstone Practice Systems,
een bedrijf in ‘juridische technologie’, zullen computerprogramma’s
echter advocaten in veel gevallen overbodig maken. De programma’s van
Capstone worden aangewend om patentaanvragen en contracten te
controleren. Lauritsen gelooft dat bedrijfjes die geautomatiseerde
juridische diensten aanbieden steeds meer in de plaats zullen komen van
advocaten, aangezien veel werk van advocaten routinematig is. Weinig
wetenschappers zullen geloven in een scenario waarin de rechtspraak
volledig geautomatiseerd is en rechters door robots vervangen kunnen
worden. Volgens Uri Schild van de Bar-Ilan
Universiteit in Isral zullen computerprogramma’s rechters er echter
wel van kunnen weerhouden om ‘buiten hun boekje’ te treden. Schild
heeft een systeem ontwikkeld dat de jurisprudentie weegt om rechters te
assisteren bij het doen van een uitspraak. Schild zegt dat zijn
programma ervoor moet zorgen dat de uitspraken van rechters zo
nauwkeurig mogelijk binnen de wet gehouden worden. In feite zijn
dergelijke programma’s geautomatiseerde wetboeken, aangevuld met
jurisprudentie-informatie. Wat dat betreft kan gesteld worden dat de
rechtspraak bij het gebruik van dergelijke technologie met haar tijd
meegaat.