6 januari 2006
Deze week start de overheid met de Postbus 51-campagne ‘Waar wacht je nog op? Met DigiD sta je altijd vooraan’. Hiermee wil de overheid een autenticatiemogelijkheid, bestaande uit een persoonlijke inlogcode voor online diensten van overheidsinstellingen, aan de man brengen. De DigiD is sinds 1 januari 2005 te gebruiken, bijvoorbeeld bij het aanvragen van kinderbijslag, bij de aangifte inkomstenbelasting 2005 en bij het CWI. Ook maakt een aantal gemeenten gebruik van de DigiD bij de verlening van diensten. Verwacht wordt dat dit aantal zal groeien. De DigiD (een afkorting van Digitale Identiteit) bestaat uit n gebruikersnaam met wachtwoord, die toegang bieden tot diverse diensten. De overheid hoopt hiermee burgers ertoe te bewegen hun zaken vaker online te regelen. De voorlichtingscampagne duurt tot 1 februari 2006. Naast reclame op tv en radio worden er ook op diverse websites banners geplaatst die de inlogcode aanprijzen.
DigiD wil een redelijk niveau van betrouwbaarheid garanderen en zal op termijn meerdere niveaus van betrouwbaarheid ondersteunen. Hierbij is het doel uniformiteit in authenticatie te realiseren voor burgers en overheid. Burgers kunnen zich eenduidig authenticeren om gebruik te maken van overheidsdiensten op het Internet. Overheidsdiensten hebben als administratief voordeel dat er geen eigen authenticatie systematiek gemplementeerd hoeft te worden. Steeds meer overheidsinstellingen willen diensten via internet aanbieden. Denk aan de belastingdienst, die de mogelijkheid biedt om de jaarlijkse aangifte online in te dienen. Aan de Informatie Beheer Groep, die studenten de gelegenheid geeft om via zijn website een lening aan te vragen. Of aan een gemeente, waarbij inwoners via internet een vergunning kunnen aanvragen. Meestal worden bij deze diensten vertrouwelijke gegevens uitgewisseld met de juiste persoon of het juiste bedrijf, willen overheidsinstellingen weten of de gebruiker van hun dienst ook echt is wie hij beweert te zijn. Tot nu toe gebeurt dit vaak nog via het loket en door het tonen van een identiteitsbewijs. Met DigiD kan dat nu ook via internet. Niet alles kan met de DigiD worden geregeld: het verkrijgen van een identiteitsbewijs als paspoort of rijbewijs moet aan het loket worden aangevraagd. Het project heeft een aantal zwakten als het gaat om beveiliging. Het ene wachtwoord en de ene pincode vallen daaronder. Om te vergewissen dat het werkelijk om de juiste burger gaat moet de burger wel op een verstandige manier blijven omgaan met deze gegevens, ze niet opschrijven en,erger, ze niet automatisch laten vastleggen door het besturingssysteem van de computer. Gezien de penibele beveiliging van computers van gewone burgers is het verkrijgen van de code een eenvoudige zaak. Het is niet voor niets dat werkelijk belangrijke zaken, die juridische consequenties kunnen hebben, niet met het DigiD zijn te regelen. Daarvoor is nog altijd een gecertificeerde digitale handtekening nodig. Het DigiD-initiatief maakt de doorbraak van die digitale handtekening evenwel niet eenvoudiger.