17 januari 2006
De Europese Commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de invloed van FLOSS- software op de Europese economie. FLOSS is een niet erg geslaagd acroniem van Free/Libre Open Source Software. Niet in laten burgeren, lijkt mij. Open source blijkt een betekenisvolle en noeilijk te vervangen bijdrage aan de Europese economie te leveren. Het onderzoek is uitgevoerd door Unu-Merit, een samenwerkingsverband van de United Nations University en de Universiteit Maastricht. De studie (ondanks de kritiek van de propriëtaire software-leveranciers) is één van de uitgebreidste studies naar de economische gevolgen van open source ooit. De bevindingen liegen er niet om: om propriëtaire software te vervangen door open source software zou twaalf miljard euro moeten worden uitgegeven. Bedrijven in Europa blijken ruim twintig procent van hun softwarebudgetten in open source te hebben geïnvesteerd. De gebruikte open source software heeft tot nu toe ongeveer 131.000 mensjaren (!) gekost. Volgens het rapport is Europa dan ook de belangrijkste vindplaats van open source ontwikkelaars (ook al nemen ze om er wat aan te kunnen verdienen allemaal de benen naar de Verenigde Staten !). De tendens naar open source wordt steeds merkbaarder: tegen 2010 zou ruim ruim 32 procent van alle IT-diensten gebruik bestaan uit open source.
De grootste bedreiging voor open source is de lobby voor 'de bescherming van verouderde businessmodellen', zo schrijven de onderzoekers. Die lobby streeft naar wetgeving die 'nieuwe manieren van zakendoen bemoeilijkt'. Een verdubbeling van de investeringen in open source heeft een positief effect op het bruto inkomen van de Europese Unie hebben. In de Verenigde Staten wordt echter ruim anderhalf keer zoveel aan open source uitgegeven als in Europa. De onderzoekers menen dat kleine, innovatieve bedrijven zich moeten verenigen om weerwerk te bieden aan de lobby voor de toekenning van softwarepatenten en een rigide bescherming van intellectueel eigendom, waar alleen grote bedrijven voordeel bij zouden hebben. De bevindingen van de rapportage zijn in sommige opzichten schokkend. Het marktaandeel van FLOSS in Europa is veel hoger dan in de Verenigde Staten en Azië als het gaat om besturingssystemen; voor wat betreft commercieel gebruik blijft Europa ver op die twee achter. Open source is diep gepenetreerd bij publieke organisaties, in bijna alle applicatiedomeinen. Bij particuliere organisaties wordt de adoptie van open source met name door middelgrote en grote bedrijven gestimuleerd. De bewering van het rapport dat open source software vooral geschreven wordt door individuele ontwikkelaars is twijfelachtig. In een blog op InfoWorld wordt opgemerkt dat 'for for widely used open source (Linux, Apache, etc.), the software is developed by individuals who largely work for corporations that specifically pay them to write open source software. I doubt the report makes this distinction, largely because it would be difficult to trace who works for whom, given that most developers participate as individuals, though their ability to do so regularly results from a corporation's paycheck'. De bestaande open source-codebank met kwalitatief goede applicaties is zo groot dat het bedrijven 12 miljard euro zou kosten om die te reproduceren. De laatste acht jaar is deze open source code iedere twee jaar verdubbeld en naar alle waarschijnlijkheid houdt dit groeitempo de eerstkomende jaren nog aan. De reeds genoemde blog: 'If you're a proprietary software manager reading those numbers, you've got to be scared witless. Roughly $12 billion in software out there, doubling roughly every two years. Why would anyone pay you for your software when they will increasingly be able to get equivalent or better quality software for free, and spend their money on service, when they can (and not when the vendor dictates), not code? (Hint: They won't)'. En de voornaamste conclusie (nogmaals volgens de betreffende blog): 'In other words, you have nothing to lose but your chains. It may well be that open source won't lobotomize the Proprietary Bloc so much as make it irrelevant and insignificant over time. It's happening already'. FLOSS bespaart het bedrijfsleven meer dan 36 % in de kosten van software-onderzoek, dat ofwel leidt tot hogere winsten of voor andere innovatie kan worden ingezet. Voor Europa, zo concludeert het rapport betekent dit alles het volgende: 'Europe faces three scenarios: CLOSED, where existing business models are entrenched through legal and technical regulation, favouring a passive consumer model over new businesses supporting active participation in an information society of 'prosumers'; GENERIC, where current mixed policies lead to a gradual growth of FLOSS while many of the opportunities it presents are missed; VOLUNTARY, where policies and the market develop to recognise and utilise the potential of FLOSS and similar collaborative models of creativity to harness the full power of active citizens in the information society'. Onder de aanbevelingen: vendor lock-in voorkomen, tegengaan van voorgeïnstalleerde OEM-software, en belastingaftrek voor bijdragen aan open source software. Vooral dit leidt (begrijpelijk) tot zure reacties van Hugo Lueders van het Institute for Software Choice, een belangenorganisatie van de makers van propriëtaire software. Hij klaagt al geruime tijd dat zijn club te weinig tijd had gekregen om het rapport van een weerwoord te voorzien. En, zoals de pot de ketel verwijt: de totstandkoming van het onderzoeksrapport vertoont alle kenmerken van een 'closed process'. Dat is niet een geheel ongegrond verwijt, maar omgekeerd is dit soort handelen bij de propriëtaire softwareleveranciers aan de orde van de dag (denken we alleen maar aan het certificatieproces van Microsoft's OpenXML). Een reactie van het Institute for Software Choice op hun site, gericht aan de Europese Commissie, is niet te openen. Misschien heeft U (hier) meer geluk….