3 juni 2005
Minister Donner van Justitie mag van de Eerste Kamer vandaag in
Luxemburg niet deelnemen aan het overleg met zijn Europese collega’s
over de voorgestelde bewaarplicht van internetdata. Hij moet later deze
maand eerst naar de Senaat komen om te praten over de kwestie, zo heeft
de bijzondere commissie voor de zogeheten JBZ-Raad gisteren bepaald.
Deze raad van alle Europese ministers van Justitie en Binnenlandse
Zaken bereidt voorstellen voor om de telecommunicatiegegevens van 450
miljoen burgers in Europa een tot vier jaar op te slaan. De
bewaarplicht, waarbij het surf-, e-mail- en belgedrag wordt
geregistreerd, moet de opsporing van verdachten van ernstige misdrijven
en terroristische activiteiten verbeteren. Het is niet de bedoeling de
inhoud van de communicatie op te slaan.
Het plan stuit echter op veel verzet. Internetaanbieders en
(euro)parlementarirs twijfelen aan het nut ervan en hebben grote
moeite met de hoge kosten voor de opslag van de gegevens. De Tweede
Kamer had Donner in april nog opgeroepen in Europees verband geen
onomkeerbare stappen te zetten.
De bewindsman heeft sindsdien herhaaldelijk benadrukt dat
besluitvorming nog niet aan de orde is en dat hij zelf nog geen
standpunt heeft ingenomen, omdat hij daarvoor eerst de uitkomsten van
een onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam wil afwachten. De
universiteit bestudeert het nut, de noodzaak en de kosten van de
bewaarplicht.
De commissie van de Senaat onthoudt instemming aan het agendapunt van
de JBZ-Raad over de bewaarplicht en stelt dat “de minister niet dient
deel te nemen aan de beraadslagingen in de raad alvorens het mondeling
overleg heeft plaatsgevonden”.
De commissie wil op 21 juni met Donner praten. Een woordvoerder van het
ministerie van Justitie kon woensdag geen reactie geven op de
opstelling van de Eerste Kamer.
Opmerkelijk genoeg stemt vandaag de Tweede Kamer juist over een motie
van Tweede-Kamerlid Vendrik (GroenLinks) waarin de regering wordt
gevraagd zich te onthouden van welke instemming dan ook in de JBZ-Raad
over het voorstel van de bewaarplicht.