2 januari 2007
Het Internet levert informatie over elk onderwerp dat een zoeker kan bedenken. Veel van die informatie wordt regelmatig ververst om actuele ontwikkelingen te verwerken. De informatie die op Internet-sites wordt gevonden is lang niet altijd accuraat, en dat is breed bekend. Toch is het Internet de eerste plek waar mensen op zoek gaan naar nieuwe informatie. Een recent onderzoek door het Pew Interet & American Life Project onderzocht waar mensen naar toe gaan als ze geconfronteerd worden met de taak informatie te vinden over gezondheid, belastingen, onderwijs, overheidsaangelegenheden, juridische hulp en immigratie. Als niet onverwacht resultaat blijkt dat 58 % van de 2796 geinterviewde mensen onmiddellijk Internet inschakelt om de betreffende informatie te vinden. 53 % van de ondervraagden zegt dat ze ook andere experts en professionals om assistentie vragen, zoals artsen en doctoren. Slechts 13 % van de ondervraagden gaf aan de bibliotheek te bezoeken om de betreffende informatie te vinden. Alternatieve bronnen van informatie verliezen geen aantrekkingskracht, zo stelt het onderzoek, al lijken de getallen anders aan te geven. Zo blijkt dat 53 % van de ondervraagden minimaal een keer in de afgelopen twaalf maanden een bibliotheek bezocht heeft.
De grootste groep die de bibliotheek bezocht was tussen de 18 en 29 jaar oud, wat naar alle waarschijnlijkheid veroorzaakt wordt doordat deze groep in het onderwijssysteem is opgenomen. Hun belangrijkste reden om een bibliotheek te bezoeken was, volgens het onderzoek, 'academic in nature', maar dezelfde groep zocht ook naar financiële en beroepsinformatie. Het onderzoek van Pew constateerde ook dat de 'digital divide' ook effect heeft op hoe vaak mensen niet-internet bronnen gebruiken, maar de resulaten waren niet zoals verwacht werd. Zij die geen Internet-toegang hebben of alleen via een telefoonverbinding (resp. 23 en 13 procent) waren het minst geneigd om bibliotheken en overheidsorganen te bezoeken. Dat lijkt vreemd, omdat Pew constateerde dat bibliotheken vooral gebruikt worden om via de computers verbinding met het Internet te maken en ze dus uitstekend geschikt zijn voor hen die geen breedbandverbinding hebben. Maar het onderzoek suggereert dat juist zij die een breedbandverbinding hebben bibliotheken en andere specialisten gebruiken als een soort supplement voor hun Internet-onderzoek. 'Instead of the Internet making libraries less relevant, Internet use seems to create an information hunger that libraries help satisfy', zo zegt het rapport. Desalniettemin hebben bibliotheken een aantal uitdagingen te overwinnen om relevant te blijven in onze informatie-overladen maatschappij. Het rapport merkt op dat 'some libraries are trying to stay up-to-date with what young people are looking to do online, such as maintaining their own Second Life characters and helping visitors with MySpace questions'. Dat helpt oudere generaties niet die naar informatie zoeken en meer persoonlijke assistentie willen. '[M]any more people consider going to libraries than actually do', zo schrijft Pew, daarbij opmerkend dat de relatie tussen de Patriot Act en bibliotheekgegevens (die de laatste maanden in de Verenigde Staten nogal wat opschudding heeft veroorzaakt) heel wat mensen bezorgd heeft gemaakt voor het gebruik van bibliotheken voor bepaalde vormen van onderzoek. Anderen geloven dat bibliotheken veel meer kunnen doen om 'the overall user experience' te verbeteren. 'I think it would help if the library, especially on our campuses, was a place people wanted to go—a destination—rather than a place they have to go', zo schrijft StevenB op de blog van de Association for College & Research Libraries. Het rapport is de vrucht van een samenwerking tussenh de University of Illinois -Urbana-Champaign en het Pew Internet & American Life Project. Het werd gefinancierd door het Institute of Museum and Library Services, een federaal agantschap dat de belangrijkste bron van federale steun is voor de 122.000 bibliotheken en 17.500 musea die de Verenigde Staten telt.