6 maart 2008
Een groeiend ondergronds netwerk van jonge Cubanen, uitgerust met USB sticks, digitale camera's en clandestiene Internetverbindingen stelt de Cubaanse regering steeds meer voor problemen door de verspreiding van nieuws dat de staatsmedia trachten te onderdrukken. Afgelopen maand namen studenten aan een prestigieuze universiteit voor computerwetenschap een video op van een nogal heftige confrontatie met Ricardo Alarcón, de voorzitter van de Nationale Assemblee van Cuba. Alarcón raakte zeer geirriteerd toen studenten hem ondervroegen over het waarom van het feit dat ze niet in het buitenland konden reizen, in hotels verblijven, hogere lonen kunnen verdienen of zoekmachines zoals Google kunnen gebruiken. De video van een uitvallende Assemblee-voorzitter verspreidde zich in razend tempo onder de jonge revolutionaire techneuten in Havana, ging van persoon op persoon en beschadigde de reputatie van Alarcón zeer aanzienlijk. Iets soortgelijks gebeurde eind januari toen de overheid probeerde om belasting te heffen van de fooien en lonen van werknemers van buitenlandse bedrijven. Toen ze werden verteld over die nieuwe belasting werden de ambtenaren uitgescholden en zo ongeveer gemolesteerd, een moment dat werd vastgelegd via een mobiele telefoon en dat via USB sticks werd verspreid.
'It passes from flash drive to flash drive', zegt Ariel, een 33-jarige computerprogrammeur, die zijn achternaam niet vermeldde uit angst voor politieke vervolging. 'This is going to get out of the government’s hands because the technology is moving so rapidly'. De Cubaanse overheid heeft de toegang tot Internet al lange tijd zeer beperkt, net zoals de mogelijkheid digitale video's te maken, sloopt ongeautoriseerde satellietschotels continu en zorgt ervoor dat het aantal Internetcafe's zeer beperkt blijft. In Havana is een internetcafe, eigendom van de staat, en het vraagt met ongeveer 3 euro per uur bijna het derde van het gemiddelde maandelijks inkomen van een Cubaan. Er zijn ook nog twee 'postkantoren', die de Cubanen e-mail laten verzenden op een gesloten netwerk op het eiland met geen enkele verbinding tot het internet. De pogingen van de regering om toegang tot Internet te controleren zijn echter steeds minder effectief. Jonge mensen zeggen dat er een 'thriving black market' is 'giving thousands of people an underground connection to the world outside the country'. Mensen die illegale satellietschotels hebben geplaatst zorgen voor illegale verbindingen met het Internet of downloaden films voor de verkoop. Anderen gebruiken de verbindingen met het Internet van buitenlandse bedrijven of staatsbedrijven. Werknemers zijn best bereid hun wachtwoorden en identificatienummers te verkopen zodat de kopers Internet 's nachts kunnen gebruiken. Ook de verbindingen in hotels worden door de Cubanen gebruikt. Ook de genoemde University of Information Sciences is een centrum geworden voor illegaal gebruik van Internet. Studenten downloaden de laatste Amerikaanse televisieshows en artikelen en video's die de regering bekritiseren en verspreiden deze in snel tempo over het eiland. Jonge journalisten zijn blogs en nieuwssites gestart op buitenlandse servers en hun rapportages bereiken de mensen via dse digitale onderwereld. Yoani Sanchez is zo'n journaliste. Haar blog, Generación Y, beschrijft haar dagelijkse leven met verhulde kritiek op de regering. Ze bekritiseerde Raúl Castro’s eerste toespraak als president, waarin ze vooral zijn vage beloften van verandering laakte, door te stellen dat 'they were as clear as the Rosetta Stone was when it was first found'. 'The Internet has become the only terrain that is not regulated', zo zegt ze. En, zo vervolgt ze, 'Because I can get online for only a few minutes at a time, I write almost everything beforehand, then go to the Internet cafe, sign on, update my Web site, copy some key pages that interest me and walk out with everything on a memory stick. Friends copy the information, and it passes from hand to hand. It’s a solid underground. The government cannot control the information'. Het wordt door lezers zoals Ricardo verspreid, een filosofiestudent, die USB sticks verkoopt aan andere studenten. Europese vrienden kopen die sticks, die vervolgens Cuba binnen gesmokkeld worden. In Cuba zelf zijn USB sticks uitermate duur en schaars. Ricardo speelt kat en muis met de Cubaanse regering. Hij denkt niet dat de regering gewone burgers Internettoegang zal bieden in hun eigen huis. 'That’s far too dangerous', zo zegt hij. 'Daddy State doesn’t want you to get informed, so it preventively keeps you from surfing'. Maar als de regering deze ondergrondse beweging niet in de hand kan houden dan zal ze op langere termijn de controle over de informatieverschaffing verliezen en daarmee uiteindelijk ook de macht. Maar dat kan nog wel even duren….