1 juli 2005
Het is onvermijdelijk: communicatie via IP komt uiteindelijk neer op
het SIP-protocol. Het zogenaamde Session Initiation Protocol is aan een
gestage opmars bezig. Microsoft, IBM, Avaya zijn enkele grote namen die
inzetten op SIP. Wie een SIP-adres heeft, is hoe dan ook, altijd
bereikbaar. De Avaya 4630 IP Touchscreen telefoon werkt zowel op een
SIP als op een H.323 enabled netwerk. Vooral in de zakelijke wereld is
het belangrijk om altijd en overal bereikbaar te zijn. Het Session
Initiation Protocol (SIP) kan hiervoor zorgen. SIP komt uit de koker
van de Internet Engineering Task Force (IETF). De IETF is een
internationale organisatie die veel standaard-webprotocollen heeft
beschreven, zoals http en smtp. Net als http is SIP
een open standaard en een op tekst gebaseerd protocol. Het p2p-protocol
zelf regelt op zich niet zoveel: het kan communicatie tussen twee of
meer deelnemers op een ip-netwerk opzetten, wijzigen of stoppen. Het
bepaalt hoe een sessie tussen twee mensen het beste kan worden opgezet,
maar weet verder geen details over de inhoud van de communicatiesessie.
Net als bij e-mail krijgt iedere deelnemer een uniek adres dat in dit
geval een SIP-url is. Aanvragen voor een communicatiesessie kunnen gaan
via udp/ip of tcp/ip. SIP gedraagt zich als uitstekende gastheer voor
een reeks andere protocollen om bijvoorbeeld de communicatie voor
beeld, geluid, tekst of alle drie tegelijk op te zetten. In die
flexibiliteit zit een groot deel van de kracht van het protocol.
Daarnaast zijn er diverse aanvullingen mogelijk. SIP ondersteunt
bijvoorbeeld Rich Presence, een uitbreiding op het protocol waar
Henning Schulzrinne van de Columbia Universiteit voor het IETF aan
werkt. “Met Rich Presence krijg je ‘context aware’ communicatie.
Afhankelijk van de locatie van een gebruiker (kantoor, auto, trein) en
wat zijn activiteit is, kan hij via het juiste SIP-communicatiemiddel
(sms, telefoon, e-mail, im) worden bereikt.” Schulzrinne, die ook aan
de basis van SIP stond, werkt nog aan de uitbreiding en ook aan een
privacyfilter. Hij meent dat door strak opgestelde regels mogelijke
privacy-obstakels op te lossen zijn. Alle sprekers op de conferentie
hebben een gemeenschappelijke boodschap: de SIP-evolutie is
onvermijdelijk. In de voip-wereld zijn diverse protocollen, maar
slechts twee strijden om de heerschappij. Er is H.323,
ontwikkeld en gestandaardiseerd door de International Telecomunication
Union (ITU) in 1996 en er is SIP, dat in 1999 door Internet Engineering
Task Force (IETF) naar buiten is gebracht. H.323 heeft zijn wortels dan
ook meer in de telecomwereld, terwijl SIP meer uit de webwereld stamt.
H.323 heeft het voordeel dat het eerder op de markt was en daarom veel
wordt gebruikt door voip-fabrikanten. Toch krijgt SIP steeds meer
aanhang. Het is een protocol dat erg goed te integreren is met andere
protocollen en applicaties. Die flexibiliteit ontbreekt bij H.323.