7 september 2009
Telecomaanbieders hoeven hun gegevens over internetverkeer minder lang te bewaren dan aanvankelijk de bedoeling was. Het kabinet brengt de bewaarplicht terug van twaalf naar zes maanden. De termijn voor telefoonverkeer, zowel voor vaste als mobiele netwerken, blijft een jaar. Met deze voorgestelde wetswijzing van minister Hirsch Ballin (Justitie, CDA) is de ministerraad akkoord gegaan. Daarmee heeft de minister, na aanvankelijk alle gegevens twee jaar te willen bewaren, nu al achttien maanden van zijn oorspronkelijk voorgestelde termijn afgehaald. Het kabinet heeft tot de aanpassing besloten na het debat over de opslag van dataverkeer in de Eerste Kamer, kort voor de zomer. Bij de senatoren bestond grote twijfel over de maatregel. Na de bomaanslagen in Madrid en Londen is afgesproken om telecombedrijven te verplichten de gegevens over telecommunicatieverkeer voor een bepaalde periode op te slaan. Volgens de Europese richtlijn bedraagt de bewaartermijn minimaal zes maanden en maximaal twee jaar. Het gaat niet om de inhoud van het verkeer, maar louter om welke nummers met elkaar bellen en welke mailadressen met elkaar communiceren. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer is gesuggereerd de bewaartermijnen voor telefonie en internet te splitsen. Vooral internetbedrijven worden op kosten gejaagd met de lange bewaarplicht.