De datacenters van Google, Microsoft en Facebook (en andere) draaien voor het realiseren van permanente beschikbaarheid van data en rekenkracht overuren en verspillen tot 90 procent van de gigawatt die ze van het elektriciteitsnet halen. Vergunningen zijn niet in orde, vieze dieselgeneratoren draaien veel te lang, en soms laten de beheerders de rekenfabriek zelfs bewust doordraaien terwijl er helemaal geen vraag is, ironisch genoeg om een milieuboete te ontlopen. Die praktijken beschrijft de New York Times. De krant prikt het zorgvuldig gekweekte imago van zuinigheid en efficiency door, na een jaar van diepgravend onderzoek. Honderden datacenters wereldwijd draaien 24/7 op volle kracht, terwijl de daadwerkelijke vraag naar rekenkracht sterk fluctueert. Het gebrek aan vraag wordt dan opgevangen met uitvoeren van reduntante rekentaken of het ‘rondpompen’ van terabyte aan data. Uit berekeningen blijkt dat deze nieuwe generatie zogenaamd zuinige superdatacenters in werkelijkheid tot 90 procent van de stroom verspillen.
‘Most data centers, by design, consume vast amounts of energy in an incongruously wasteful manner, interviews and documents show. Online companies typically run their facilities at maximum capacity around the clock, whatever the demand. As a result, data centers can waste 90 percent or more of the electricity they pull off the grid’.
Twee bedrijven bleken afgelopen december veel minder verstookt dan dat ze hadden aangegeven: Yahoo en Microsoft. Yahoo betaalde netjes z’n boete, maar Microsoft chanteerde de gemeente Quincy door te dreigen alsnog onnodig miljoenen watts te verstoken, tenzij het bestuur de boete inslikte. Dat gebeurde niet en dus zette Microsoft dagenlang de verwarming op zijn heetst, om de warme lucht daarna direct met gigantische ventilatoren naar buiten te blazen. Door het verspillen van 70.000 dollar aan stroom ontliep het zo een boete van 2 ton.
Efficiënt omgaan met energie verschilt van bedrijf tot bedrijf. McKinsey, die op verzoek van de Times het onderzoek uitvoerde, analyseerde het energieverbruik door datacenters en constateerde dat, over het algemeen, bedrijven slechts 6 tot 12 procent van de afgenomen electriciteit daadwerkelijk gebruiken om computers zinvol bezig te houden. De rest van de electriciteit wordt gebruikt ‘to keep servers idling and ready in case of a surge in activity that could slow or crash their operations’.
In het onderzoek werden 20.000 servers geanalyseerd verspreid over 70 grote datacenters van de farmaceutische industrie, defensiebedrijven, banken, media bedrijven en de overheid. ‘This is an industry dirty secret, and no one wants to be the first to say mea culpa’, stelt een anonieme referent. ‘If we were a manufacturing industry, we’d be out of business straightaway’.
De realiteit geeft de milieutechnische problematiek aan van de virtuele wereld en van de çloud’. De New York Times definieert het mooi: ‘The inefficient use of power is largely driven by a symbiotic relationship between users who demand an instantaneous response to the click of a mouse and companies that put their business at risk if they fail to meet that expectation’.
En met de groei in de hoeveelheid informatie en de gelijktijdige verwachting van constante en onmiddellijke beschikbaarheid, wordt het probleem alleen maar groter. Jeremy Burton, een expert in dataopslag bij EMC, stelt dat ‘Today, roughly a million gigabytes are processed and stored in a data center during the creation of a single 3-D animated movie’. De New York Stock Exchange produceert 2,000 gigabytes data per dag en moet die jarenlang bewaren. ‘It is absolutely a race between our ability to create data and our ability to store and manage data’, zo stelt Burton. Om alle digitale activiteit te ondersteunen zijn er nu wereldwijd meer dan drie miljoen data centers, die allemaal 24/7 beschikbaarheid proberen te realiseren. Alleen al in de VS werd er in 2010 76 miljard kilowatt-uur afgenomen, plm. 2 % van alle gebruikte electriciteit in de VS.
Nu weten we ook dat eigenlijk maar 10 % van die electriciteit gebruikt wordt om daadwerkelijk zinvolle activiteiten te ondersteunen.
Groen is anders.