Toen de redactie van het tijdschrift Informatieprofessional (IP) mij vroeg om voor het oktobernummer mijn licht eens te laten schijnen op de juridische implicaties van ‘cloud computing’ werd ik gestimuleerd om weer eens wat literatuuronderzoek en webresearch te doen. Wetende dat ‘cloud computing’ een enorme vlucht aan het nemen is, is het de moeite waard eens in beeld te brengen wat het begrip betekent en welke implicaties dat heeft voor de wereld om ons heen. We hebben immers de mond vol van ‘cloud computing’, van Web 2.0. en van het semantische web. Op het moment dat ik mijn manuscript bij de redactie had ingediend, besteedde De Financiële Telegraaf kort aandacht aan het verschijnsel, en dan met name aan de risico’s die het met zich meebrengt en de nieuwe regelgeving die nodig zou zijn. Of dat nodig is laat ik in het midden; zeker is, dat er (naast baten) veel risico’s zijn.
Bij de term ‘cloud computing’ komt bij mij altijd The Big Switch. Rewiring the world, from Edison to Google van Nicholas Carr voor de geest. Niet omdat het een geniaal boek is (want dat is het niet), maar wel om de levendige en enthousiaste beschrijving van de wonderen en gevaren van het Internet, de ‘World Wide Computer’, zoals Carr het noemt. Het is een vreemd boek, dat eigenlijk niet over ‘cloud computing’ gaat, maar het toch beschrijft. Het bestaat uit twee delen, die weinig gemeen hebben, behalve dat ze over het Internet en daaraan gerelateerde verschijnselen gaan. In het eerste deel (blz. 5-103) beschrijft Carr de geschiedenis van elektriciteit en van computers en vergelijkt daarbij de ontwikkeling die daarbij werd doorgemaakt, van een technologisch beperkt, lokaal gebruik tot een snel gecentraliseerd netwerk van verbindingen. Zowel elektriciteit als computers veranderden de manieren waarop we leven, met elkaar omgaan en zaken afhandelen. De gebruikte metafoor stelt Carr in staat om te stellen dat het Internet, door de integratie die het genereert, de aanleiding is van de wisseling van het lang gebruikte client-servermodel naar, wat hij noemt, ‘utility computing’. ‘Utility computing’ wordt, zo zegt Carr, net zoals de elektrische stroom vooral gefaciliteerd door de ontwikkelingen in netwerktechnologie. In een dergelijke omgeving fungeren sommige bedrijven als ‘utilities’, die enkel een platform bieden waarop andere partijen toepassingen ontwikkelen. Gebruikers kunnen die platformen snel en tegen lage kosten benutten om daarop snel allerlei toepassingen aan hun klanten als dienst aan te bieden. In dit deel van The Big Switch beschrijft Carr ‘cloud computing’ in optima forma. In het tweede deel van zijn boek (blz. 105-232) schrijft Carr over allerlei aspecten, die de ‘World Wide Computer’ bepalen en de dreigingen, die daaruit voortvloeien (bijvoorbeeld voor de privacy van de gebruikers). Hoewel zeer lezenswaardig hebben deze hoofdstukken vreemd genoeg weinig te maken met het verschijnsel ‘cloud coumputing’, zoals dat in het eerste deel zo enthousiast is gepresenteerd.
Gartner wijst op een vijftal kenmerken van een ‘cloud’:
- het is gebaseerd op diensten;
- het is schaalbaar en elastisch, d.w.z. dat de capaciteit ervan op basis van behoefte kan worden aangepast, zonder dat investeringen of desinvesteringen noodzakelijk zijn;
- het deelt een verzameling hard- en softwarebronnen, die efficiënt worden benut (door vele verschillende partijen namelijk) en daardoor relatief goedkoop aangeboden;
- het wordt per gebruikseenheid betaald; en
- het maakt exclusief gebruik van internetformaten en -protocollen, zoals http, IP en RST.
‘Cloud computing’ impliceert dus het uitbesteden van technologie – en het terug ontvangen daarvan als een ‘managed service’ tegen een bepaald dienstenniveau. Hierdoor verdwijnen investeringskosten en wordt er betaald voor het gebruik van de dienst.
‘Cloud computing’ is, zo verzekert iedereen mij, ‘hot’. Vooral leveranciers nemen het op in allerlei producten en diensten. Ze willen aansluiten bij een van onderop komende ‘revolutie’. De gewone computergebruiker is namelijk al lang bezig met ‘cloud computing’: wie maakt geen gebruik van internet bankieren, online CRM, online boekhouden, Gmail, Yahoo mail, MSN, Flickr, You Tube, iTunes, de.licio.us, Technorati, Google Maps, Joost, iPhone Apps e.d. ? Allemaal applicaties of diensten, die via het Internet interactief worden gebruikt en breed zijn geaccepteerd. Veelal kennen we die applicaties en diensten tot nog toe als Web 2.0., door Tom O’Reilly in 2005 uitgebreid beschreven. In die zin is ‘cloud computing’ een realiteit, waaraan niet meer te ontkomen valt. Maar het is ook riskant, en het verschijnsel kent vele uitdagingen.
De meest in het oog springende uitdagingen zijn denk ik de afhankelijkheid van netwerkverbindingen en van (wellicht van ‘proprietary’ software gebruik makende) ‘cloud’-aanbieders. Is de netwerkverbinding snel genoeg qua bandbreedte en reactiesnelheid ? Is de verbinding continue? Hoe groot is de kans op wegvallen van de verbinding ? Welke cloud-leverancier biedt de gewenste betrouwbaarheid qua bedrijfscontinuïteit en gebruikte technische infrastructuur ? Hoe staat het met de beveiliging ? Een andere uitdaging is het feit dat er nauwelijks standaarden zijn. Zo is overstappen van de ene naar de andere cloud-aanbieder een nog onbekend terrein. Migreren, duurzaamheid van content en ‘eigenaarschap’ daarvan komen in het vocabulaire van de ‘cloud’-leveranciers nauwelijks voor, terwijl dat kritische aspecten zijn. De grootste uitdaging evenwel vormt de juridische complexiteit van ‘cloud computing’.
Op het rechtskader van ‘cloud computing’ drukt vooral privacywetgeving haar stempel. Deze wetgeving schrijft voor het gehele verwerkingstraject allerlei organisatorische en technische maatregelen voor. Bovendien mogen persoonsgegevens zonder toestemming van het ministerie van Justitie niet buiten de Europese Economische Ruimte (EER) worden verwerkt. Dit laatste punt is problematisch in ’the cloud’. Immers, er zal vaak sprake zijn van grensoverschrijdende gegevensverwerking. Daarmee krijgen de rechtsverhoudingen internationale dimensies en raken zij verschillende jurisdicties, zowel privaatrechtelijk als (mogelijk) strafrechtelijk. Welk recht is op de rechtsverhouding van toepassing en welke rechter is in geval van welk type conflict bevoegd hierover te oordelen ?
‘Cloud computing’ leidt tot juridische risico’s, zoals:
- een grotere kans op datalekken;
- een grotere kans op te snel vernietigen of te lang bewaren van content;
- de doorgifte van content naar landen buiten de EER;
- een verminderde controle van de klant op de verwerking van de content door de leverancier in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving;
- de in beslagname van de hardware (bijvoorbeeld in het kader van de Amerikaanse Patriot Act), waarop ook de content van een niet betrokken partij is opgeslagen.
Voor een dergelijke risicovolle en bedrijfskritische situatie lijkt mij een standaardcontract met een ‘cloud’-dienstverlener onacceptabel. Een analyse die ik van die contracten uitvoerde, brengt mij tot de conclusie dat deze afnemers in zeer afhankelijke en onmogelijke posities plaatsen, waarbij:
- grote onzekerheden bestaan over de gegarandeerde ‘uptime’;
- er een onduidelijke verdeling is van verantwoordelijkheden;
- de leverancier in staat is de content van de klant te gebruiken;
- er onvoldoende waarborgen zijn voor de bescherming van de privacy en de geheimhouding van de gegevens van de klant;
- er geen of minimale aansprakelijkheid is van de leverancier voor eventuele schade;
- de leverancier het recht heeft de dienst aan te passen of te beëindigen zonder reden en zonder de klant tijdig daarvan op de hoogte te stellen;
- een ‘exit plan’ ontbreekt en de leverancier niet de verplichting heeft de content van een klant te bewaren (bijvoorbeeld bij het eenzijdig staken van de dienstverlening); en
- van ongelimiteerde en ongecontroleerde onderaanbesteding gebruik gemaakt kan worden door de leverancier.
In een ‘cloud computing’- contract dienen deze aspecten dus te worden ondervangen om alle juridische complicaties zo goed als mogelijk tegemoet te treden. Om dat te doen is nieuwe regelgeving nog niet direct noodzakelijk. ‘Cloud computing’ zal in de komende tijden van bezuiniging gezien worden als een mogelijke en interessante automatiseringsoptie, misschien zelfs wel als een (misplaatste) reddingboei om van de vele kostbare en mislukkende IT-projecten ‘af te komen’. Het concept biedt immers vele mogelijkheden om kosten te besparen en tegelijkertijd kwaliteit en performance te verhogen. Uiteraard kunnen die laatste twee alleen indien de hiervoor benoemde uitdagingen en juridische complicaties worden ondervangen. Veel organisaties zijn echter vooral gecharmeerd van de kostenverminderingen, die kunnen worden gerealiseerd, en de mogelijkheden om de eigen, complexe informatie infrastructuren af te bouwen. Ze zijn zich niet bewust van de potentiële problematiek, die ‘cloud computing’ met zich meebrengt. Juist die uitdagingen en complicaties echter oefenen rechtstreeks invloed uit op de performance van bedrijfsprocessen (qua doelmatigheid, maar vooral qua rechtmatigheid) en zijn niet zomaar te ondervangen. Dat vergt nogal wat, waardoor het van belang is de risico’s, die organisaties lopen, goed in kaart te brengen en af te wegen. Ik vrees dat vele organisaties dat op een veel te beperkte wijze zullen doen, gedreven door de wens vele kosten te besparen…
Dit essay werd op 25 september 2010 geplaatst op Bevlogen Bespiegelingen, een blog die ik tot 2018 regelmatig aanvulde, maar daarna niet meer gebruikte en die nu niet meer bereikbaar is.
Aanvulling 2 juli 2024
Deze tekst moet gelezen worden in de context van 15 jaar geleden. De tussenliggende twee decennia hebben mijn aangegeven problemen grotendeels opgelost. Op dit moment zou ik deze tekst (zeker gezien de risico’s) anders hebben geschreven. Op het moment van schrijven echter was de geconstateerde problematiek zeer relevant.