Een informatiecommissaris moet ervoor gaan zorgen dat de Nederlandse overheid transparanter wordt. De functionaris moet gaan beslissen over toegang tot documenten en adviezen geven. Dat staat in een initiatief wetsvoorstel van het GroenLinks-kamerlid Mariko Peters om de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) te hervormen.
Zij wil een voor Nederland nieuw orgaan introduceren: de informatiecommissaris. Deze kan zelfstandig beslissen nadat een informatieverzoek is afgewezen. ‘Daarmee krijgen burgers daadwerkelijk tanden bij hun recht op informatie’, zegt de politica. Uiteraard valt dat nog maar af te wachten. Overigens schermde de politica in mei 2010 ook al met een dergelijk wetsvoorstel en met de instelling van een informatiecommissaris.
Internationaal is de informatiecommissaris al ingevoerd. Maandag spraken de informatiecommissarissen van zowel het Verenigd Koninkrijk als Ierland in de Tweede Kamer om uitleg te geven.
Op dit moment moeten burgers in Nederland na een afwijzing van een Wob-verzoek procederen bij het overheidsorgaan en daarna naar de rechter stappen. Peters wil dat mensen meteen bij de informatiecommissaris terecht kunnen, die onafhankelijk is en besluiten mag nemen. Hierdoor worden procedures versneld.
Daarnaast is het een taak om informatie te geven richting burgers, overheden en parlement. ‘Een van de dingen die wij ook doen is een goedkeuring geven over de informatie die verplicht automatisch openbaar wordt gemaakt’, vertelt Graham Smith, assistent commissaris en directeur Openbaarheid van Bestuur voor de Britse overheid. ‘Door verplicht gegevens te publiceren kunnen veel vragen worden voorkomen’, denkt Smith. Dat de aanpak werkt blijkt uit het feit dat de kwaliteit van beslissingen in het Verenigd Koninkrijk steeds beter wordt. Van de 800.000 Wob-verzoeken per jaar op landelijk niveau (versus minder dan 1500 in Nederland) leiden er slechts 4500 tot een klacht bij de informatiecommissaris.
Verloor de overheid vroeger nog hun zaak in ruim twee derde van de klachten, inmiddels is de verhouding omgedraaid. De ervaring in Ierland is niet anders. ‘Wat we vooral bereiken is een verandering in het denken van ambtenaren’, vertelt Emily O’Reilly, ombudsman en informatiecommissaris voor Ierland. Zij ziet dat het opleiden van mensen ervoor zorgt dat de meeste verzoeken goed worden afgewikkeld. Daarnaast wijst ze op de cultuurverandering van een ‘alles moet geweigerd houding’ naar een besef dat mensen hun overheid in de gaten mogen houden.
In Ierland zijn er kosten verbonden aan het indienen van een Wob-verzoek. Dat blijkt een obstakel. ‘Sinds de invoering daarvan zijn journalisten ruim 81 procent minder documenten gaan vragen. Dat was een bewuste keuze van de overheid destijds’, vertelt O’Reilly. Die gevolgen werden ook gezien door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), die Ierland hierop aansprak. Inmiddels is duidelijk dat de economische crisis mede door een gebrek aan toezicht ontstond. ‘We gaven te veel uit, er werd teveel gedeclareerd en er was financieel wanbeheer. Nu willen mensen weten hoe het zit’, stelt O’Reilly. ‘Nu staan de kosten ter discussie’.
Een informatiecommissaris kan zelf op onderzoek gaan. Dat gebeurt in het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld als documenten niet vindbaar zijn. Als voorbeeld herinnert Smith zich een rapportage naar de veiligheid van een gevangenis. Voormalig premier Tony Blair noemde in zijn memoires de beslissing een Wet openbaarheid van bestuur met informatiecommissaris in te stellen ‘zijn slechtste beslissing’. ‘Maar hij kon geen kant meer op’, grapt Smith. ‘De geest was uit de fles. De burgers konden nu hun regering volgen’.
O’Reilly stelt in de Tweede Kamer dat Nederland hoognodig een informatiecommissaris moet hebben. ‘Toen ik aan collega’s en bekenden vertelde dat ik naar Nederland ging om uitleg te geven waren ze verbaasd. Hoe kan het zijn dat een land dat traditioneel zo gesloten is en zo achterloopt, in Nederland uitleg moet geven ?’
GroenLinks vindt dat de dertig jaar oude Wob er niet in is geslaagd om de achterkamertjescultuur te doorbreken. ‘In plaats van informatie ongecensureerd openbaar te maken, doet de overheid vooral aan voorlichting waarbij informatie voorgeschoteld wordt. Dat was niet het doel van de plicht om actief informatie openbaar te maken. Er moest juist tegenwicht worden geboden aan overheidspropaganda’, zegt Peters.