Het was druk, de afgelopen weken. Dat heeft me verhinderd om deze blog aan te vullen. Dat wil niet zeggen dat er niet gelezen is, maar het tempo was wel aanzienlijk lager. Waaraan ik in deze post aandacht wil schenken is het artsenverzet in de Tweede Wereldoorlog, een van de thema’s waarmee ik mij de afgelopen tijd heb bezig gehouden. Ik doe dat op basis van het op 3 meil jl. verschenen boek Witte Jassen en Bruinhemden. Nederlandse artsen in de Tweede Wereldoorlog. En alsof die titel nog niet voldoende is, hebben de samenstellers van de bundel er nog een subtitel aan toegevoegd: Bijzondere getuigenissen van artsen en geneeskundestudenten, 1940-1945. Om het helemaal af te maken is er ook nog een sub-sub-titel: Interviews, foto’s en documenten over morele dilemma’s, angstige confrontaties en, vooral, gewetensvolle zorg in bezettingstijd. Een hele mondvol. Het boek is geschreven en geproduceerd door de redactie van het tijdschrift Medisch Contact, een podium waarop artsen met elkaar en met anderen in en rond de gezondheidszorg van gedachten kunnen wisselen. De titels geven aan waar het boek over gaat: verhalen van ooggetuigen, artsen die als student of beginnend arts de bezettingsjaren hebben meegemaakt. Daarnaast is het nodige speurwerk verricht om hun ervaringen in de juiste context te plaatsen.
In ieder hoofdstuk komt een thema aan bod, van de ziektes waarmee artsen in die jaren werden geconfronteerd tot de ervaringen van dokters die wél met de Duitsers heulden, en van de medische hulp aan onderduikers tot de ellende waarmee Joodse artsen zich geconfronteerd zagen. Opmerkelijk veel artsen weigerden de bevelen van de Duitsers op te volgen, vaak omdat die in strijd waren met hun Hippocratische Eed of het beroepsgeheim. De door de bezetter ingestelde Artsenkamer faalde, omdat bijna niemand zich er bij aansloot. Toen dat op straffe van een boete verplicht werd, nam men massaal afstand van de doktertitel; artsen schroefden simpelweg de bordjes van hun praktijk los of verfden ze over. Door hun beroep waren doktoren ideale partners voor het verzet. Ze kwamen zelfs na spertijd relatief makkelijk door controles (‘Op weg naar een bevalling!’), waren goed bekend met de plaatselijke bevolking (ideaal voor het vinden van onderduikadressen) en de bezetter had respect voor dure medische woorden. Met een valse diagnose kon deportatie worden getraineerd of de Arbeitseinsatz worden vermeden. In het boek staan voorbeelden hoe artsen symptomen nabootsten. Kleurstof inspuiten in de blaas, zodat de urine rood kleurt. Met syfilis besmet bloed onder een andere naam naar het lab sturen. Een röntgenfoto van een niet bestaande maagzweer was eenvoudig: ‘Als er een zweer zat, zag je dat in een uitstulping. Ik bootste zo’n uitstulping na door met een houten lepel in de buik te duwen’. Een uitbraak van difterie was soms ook handig. Duitsers waren doodsbang voor besmettelijke ziekten, dus was het een ideale manier om een onderduikadres met rust gelaten te laten geworden. Onderduikers werden ook wel in ziekenhuizen zelf verstopt, als patiënt of medewerker in de afdeling voor besmettelijke ziekten. ‘Ondergedoken in witte jas’, noemde een arts het.
Het is een bijzondere bundel verhalen; het stelt de dilemma’s centraal, waaronder artsen in oorlogstijd gebukt gaan. Een arts moet onder alle omstandigheden proberen een leven te redden en de waardigheid van de artsenij hoog te houden. Dat gold, zij het in mindere mate, ook voor de geneeskundestudenten: zij moesten een loyaliteitsverklaring tekenen en velen weigerden dat. Op 24 augustus 1941 werd Medisch Contact opgericht. Medisch personeel kon hierdoor informatie uitwisselen en acties afstemmen. De auteurs stellen dat het artsenverzet het eerste georganiseerde massale verzet was. Waarschijnlijk is dat waar: het was natuurlijk niet het eerste (enigszins) georganiseerde verzet (de Geuzen van Bernard IJzerdraat, de Oranjewacht, de communistische acties) en het was ook niet het eerste massale verzet (februaristaking, studenten), maar ‘georganiseerd massaal’ was het wel.
De leefsituatie werd nijpender naarmate de oorlog vorderde, met gebrek aan voedsel, aan medicijnen en verbandmiddelen, aan hygiëne en aan elektriciteit, wat problematisch was voor bijvoorbeeld operaties. Dat leidde tot dilemma’s, waar overleg voor nodig was. Want: welke keuze als arts moest je maken? Wie had recht op overleving en wie niet? Het verzet van de artsen bleef niet beperkt tot het oprichten van een verzetsorganisatie. Joden en de mannen, die te werk gesteld werden in Duitsland wilden aan transporten ontkomen, waardoor artsen hun medewerking gingen verlenen door mensen op gesimuleerde gronden af te keuren. Ziekenhuizen boden een geschikte plek om onder te duiken. Gewonde verzetsmensen kenden die weg en maakten er graag gebruik van.
Al dit soort thema’s komt aan de orde in het boek. Het is die diversiteit die, naast de persoonlijke verhalen van de betrokkenen, het boek zo interessant maakt. Het schildert de verschillende invalshoeken: zo is er aandacht voor Joodse artsen en studenten, artsen in kampen, artsen onder Japans bewind en artsen die lid waren van de NSB. De hoofdstukken en de korte verhalen, waarmee de hoofdstukken worden afgewisseld, bevatten een persoonlijke benaderingswijze, die de lezer intrigeert met dilemma’s over leven en dood. Artsen tonen de manieren, waardoor levens gered konden worden, maar ook hoe zij die levens wel eens verloren moesten laten gaan. Soms om hun eigen huid te redden. Het tijdschrift zelf bracht een special uit met vele verhalen en getuigenissen.
Het boek bevat veel fotomateriaal en een begrippenlijst. Het boeit mensen, die geïnteresseerd zijn in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en / of die die interesse hebben in dit stuk historie van de artsenij. Het is geen wetenschappelijke studie; dat was ook zeker niet de bedoeling van de auteurs. De website van Medisch Contact bevat nog veel informatie over medische organisaties ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, documenten en recente interviews. Ik heb begrepen dat de eerste druk van het boek bijna is uitverkocht. Snel zijn dus, al is een tweede druk te verwachten….
Deze column werd op 16 juni 2010 geplaatst op Bevlogen Bespiegelingen, een blog die ik tot 2018 regelmatig aanvulde, maar daarna niet meer gebruikte en die nu niet meer bereikbaar is.