13 oktober 2010
Het is nog maar de vraag of de Europese Commissie wegkomt met het in achterkamers onderhandelen over zaken die het gebruik van internet aangaan. Er is twijfel over de rechtmatigheid. D66 eist via vragen in het Europees Parlement opheldering over ACTA nu het ‘een handhavingsverdrag’ blijkt te zijn, terwijl het eerder als handelsverdrag is gekenmerkt. De geheimzinnigheid zou daarmee kunstmatig zijn en daarmee ondemocratisch. Dat is in de ogen van de partij problematisch, omdat een gedeelte over handhaving op internet gaat en dat daarmee eigenlijk alle burgers worden getroffen, die geen inspraak hebben. Ondertussen staat volgens de partij netneutraliteit, de vrijheid van internet en de toegang tot internet ter discussie. Aanleiding is een persconferentie van de Europese Commissie (EC), waarin een ‘bron’ spreekt over een handhavingsverdrag om de inbreuk op intellectueel eigendom tegen te gaan. Dat lijkt haarkloverij, maar is het niet. Een handelsverdrag wordt namelijk in het diepste geheim besproken, omdat het beurskoersen en valuta kan beïnvloeden. Maar in ACTA staat nauwelijks iets over handel en het gaat vooral om de handhaving. Nu ook de EC dit stelt, roept dat de vraag op of het overleg wel in achterkamers had moeten plaatsvinden.